Hoe verloopt een consultatietraject in de thuiszorg?
Paul vervolgt: “Alles start met een consultatieaanvraag via onze website of gewoon telefonisch. Is er sprake van probleemgedrag, staat de kwaliteit van leven van een cliënt onder druk en is de zorgaanbieder 'aan boord', dan is er een grote kans dat we een consultatie starten. Zo’n traject begint natuurlijk altijd met overleg door de coördinator van CCE, die de regie voert op het traject, en alle betrokkenen. En tegelijkertijd denk ik ook al na welke van onze bijna 600 consulenten ik het best zou kunnen benaderen om op de locatie, in dit geval dus thuis achter de voordeur, gezamenlijk nieuw perspectief te creëren. Consulent Co Kieneker: “Dat is het moment waarop ik een telefoontje krijg van Paul, om te kijken of ik tijd en gelegenheid heb om de casus op te pakken. Tenminste, als het gaat om een vraagstuk binnen mijn specialisme: systeemproblematiek. En in de thuiszorg is dat wel een vaak terugkerend thema. Daar waar mantelzorgers, huisarts, specialistische zorg, en het thuiszorg-team intensief samenwerken rond en met een cliënt, afhankelijk zijn van elkaar, liggen problemen op de loer”.
Over welke problemen hebben we het dan?
“De positie van thuiszorg-teams is niet eenvoudig”, vertelt Co. “Zij zijn het die dagelijks bij de cliënt over de vloer komen, en als professional eigenlijk met alle andere betrokkenen in contact moeten staan. In de praktijk is dat best lastig. Mijn ervaring is dat wanneer de situatie rond een cliënt muurvast zit, het voor het thuiszorg-team soms zo voelt alsof ze er alleen voor staan. Ik zie zo nu en dan dat andere zorgprofessionals iets meer op afstand blijven; denk bijvoorbeeld aan (medisch) specialisten rond de cliënt, en in een enkel geval soms ook de huisarts. Ze zijn misschien wat lastiger bereikbaar of ervaren zelf wellicht een zekere mate van handelingsverlegenheid. Thuiszorg-teams kunnen echter geen afstand nemen, zij moeten dagelijks aan de slag omdat er anders gewoonweg geen zorg meer is. Ze ervaren dan ook soms een grote eenzaamheid als het gaat om begeleiding bij het zoeken naar oplossingen.”
“Daar komt het balanceren in de relatie met verwanten nog bij”, zo vult Paul aan. “Verwanten zijn als mantelzorgers op een aantal fronten een soort collega’s van de thuiszorg-professional. Tegelijkertijd zijn ze begrijpelijkerwijs echter ook sterk emotioneel betrokken bij hun partner, ouder of grootouder. Dat maakt de communicatie er niet eenvoudiger op. En als lid van een thuiszorgteam stap je meerdere keren per dag zo’n systeem binnen. Zeker daar waar het gaat om de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen zien we verschillen van inzicht bij betrokkenen rond een cliënt. Mag je als dochter je vader, die niet wilsonbekwaam is verklaard, in zijn eigen huis opsluiten omdat je dat beter vindt voor hem? Het antwoord van de zorgprofessional moet ‘Nee’ zijn. Er gelden namelijk strenge regels rond vrijheidsbeperking. Maar de dochter bekijkt het praktisch en zegt: 'Zo blijft hij in elk geval veilig binnen'."