Betekent dat ook een nieuwe betekenis aan het ‘probleemgedrag’?
Didier: "Dat kan inderdaad ook gaan over hoe we naar het ‘probleemgedrag’ zijn gaan kijken. Wat is de betekenis van het ‘probleemgedrag’? Hoe kunnen we het ‘probleemgedrag’ begrijpen? Een voorbeeld hiervan was een jonge man die zijn slaap-waakritme had omgegooid door ‘s nachts te gamen en overdag te slapen. Waar zou dit ‘probleemgedrag’ een oplossing voor zijn? Na gesprekken met verschillende betrokkenen en de cliënt zelf kwamen we erachter dat dit ooit een oplossing was geweest om de spanning en drukte die hij overdag had opgedaan te vermijden. Wat ooit een oplossing was geweest om zichzelf staande te houden in al die prikkels ('dan maar ‘s nachts leven') is nu een probleem geworden (isolatie en stagnatie van de sociale ontwikkeling). Het destijds logische antwoord is nu een gedateerde oplossing. Een copingstrategie die je gebruikte toen je twaalf jaar was, is niet meer passend wanneer je volwassen bent geworden. Het bekijken van het probleem als een ‘logisch’ antwoord op een uitdagende situatie is een ander belangrijk principe vanuit het systeemtheoretisch denken."
Heleen: "Ja inderdaad. Dat bedoel ik ook met het opnieuw mogen kijken naar de vraag. Kunnen we er met elkaar nog eens omheen lopen samen te verkennen wat er nu werkelijk aan de hand is? En als ik een stap verder ga en het denken van de lezer mag prikkelen door te vragen: 'van wie is het probleem?' Zo moet ik aan een consultatie denken waarin we gevraagd werden om mee te denken bij een man van middelbare leeftijd die in een voorziening voor begeleid wonen leefde. Deze man had een zeer zwaar leven gehad, waar psychoses en verlies zo’n zware wissel op hem hadden getrokken dat hij zijn vlucht in een verslaving had genomen. Deze man werd aangemeld omdat de betrokken hulpverleners hem zoveel meer gunden dan het leven dat hij nu leefde. Zo hield hij van voetbal, maar kreeg het niet voor elkaar om dat een vervolg te geven. Daarnaast had deze man vreemde gedragingen die het contact met anderen in de weg zat. Kortom, de hulpverleners gunden deze meneer een betere kwaliteit van leven. We startten de consultatie door met enkele consulenten zijn gedrag psychiatrisch en neurologisch te verklaren. Daar bleek het antwoord niet te liggen. We kwamen tot een doorbraak toen een consulent invoegde in het team en keek hoe de interactie was. Iedereen bleek deze man zoveel meer te gunnen dat het contraproductief werkte. Door hem een beter leven te gunnen werd er impliciet eigenlijk de hele tijd naar hem uitgestraald dat zijn huidige leven niet goed genoeg was. Dat is een existentieel probleem: je bent niet genoeg zoals je bent. Door het leven van meneer prima te vinden, door hem zijn leven terug te geven, ontstond er ruimte voor hem. Er ontstond een nieuwe dynamiek tussen de hulpverleners en meneer. Aan de ene kant was er meer betrokkenheid door hem te helpen in de keuzes die hij moest maken en tegelijk werd er meer losgelaten waar het over het leven en het oordeel daarover van meneer ging."