CCE consultaties bij vastlopende situaties in de thuiszorg

Vastlopende situaties rond de zorg voor een bewoner doen zich niet alleen binnen de muren van een zorgaanbieder voor. Ook in de thuiszorg worden professionals geconfronteerd met cliënten die langdurig intensieve zorg nodig hebben en waarvan de kwaliteit van leven onder druk staat omdat probleemgedrag een grote uitdaging vormt voor alle betrokkenen. CCE, Centrum voor Consultatie en Expertise, wordt al ruim dertig jaar gevraagd om in dit soort situaties, samen met zorgprofessionals, nieuw perspectief te creëren. Dat doen we door breed te kijken naar alle factoren die van invloed kunnen zijn op het ontstaan en voortbestaan van probleemgedrag. Paul Knippers, coördinator bij CCE en Co Kieneker, CCE-consulent, signaleren dat thuiszorgorganisaties CCE langzaam maar zeker steeds beter weten te vinden.

 

Waarom is het zo belangrijk dat CCE ook in de thuiszorg steeds bekender wordt?

“Het moment dat mensen naar een verpleeghuis gaan is de laatste jaren verschoven”, antwoordt Paul. “Meer mensen wonen langer thuis. Ook wanneer ze vrij complexe zorg nodig hebben. Dat is mogelijk omdat we in Nederland goed opgeleide professionals hebben die deze complexe zorg kunnen leveren. En toch zien we dat situaties ook in de thuiszorg, zo nu en dan volledig vastlopen. Cliënten die hun kwaliteit van leven onder druk zien staan, ernstig probleemgedrag vertonen. Teams die tot het uiterste gaan en daardoor op omvallen staan. We zien het met enige regelmaat in onze consultaties. Een grotere bekendheid van CCE leidt ertoe dat we eerder ingeschakeld worden; vóór de situatie uitzichtloos lijkt.”

"Consulenten als Co investeren diep in de relatie met het thuiszorg-team om samen te kijken naar de context waarin probleemgedrag ontstaat".

Paul Knippers - Coördinator CCE

 

Hoe verloopt een consultatietraject in de thuiszorg?

Paul vervolgt: “Alles start met een consultatieaanvraag via onze website of gewoon telefonisch. Is er sprake van probleemgedrag, staat de kwaliteit van leven van een cliënt onder druk en is de zorgaanbieder 'aan boord', dan is er een grote kans dat we een consultatie starten. Zo’n traject begint natuurlijk altijd met overleg door de coördinator van CCE, die de regie voert op het traject, en alle betrokkenen. En tegelijkertijd denk ik ook al na welke van onze bijna 600 consulenten ik het best zou kunnen benaderen om op de locatie, in dit geval dus thuis achter de voordeur, gezamenlijk nieuw perspectief te creëren. Consulent Co Kieneker: “Dat is het moment waarop ik een telefoontje krijg van Paul, om te kijken of ik tijd en gelegenheid heb om de casus op te pakken. Tenminste, als het gaat om een vraagstuk binnen mijn specialisme: systeemproblematiek. En in de thuiszorg is dat wel een vaak terugkerend thema. Daar waar mantelzorgers, huisarts, specialistische zorg, en het thuiszorg-team intensief samenwerken rond en met een cliënt, afhankelijk zijn van elkaar, liggen problemen op de loer”.

 

Over welke problemen hebben we het dan?

“De positie van thuiszorg-teams is niet eenvoudig”, vertelt Co. “Zij zijn het die dagelijks bij de cliënt over de vloer komen, en als professional eigenlijk met alle andere betrokkenen in contact moeten staan. In de praktijk is dat best lastig. Mijn ervaring is dat wanneer de situatie rond een cliënt muurvast zit, het voor het thuiszorg-team soms zo voelt alsof ze er alleen voor staan. Ik zie zo nu en dan dat andere zorgprofessionals iets meer op afstand blijven; denk bijvoorbeeld aan (medisch) specialisten rond de cliënt, en in een enkel geval soms ook de huisarts. Ze zijn misschien wat lastiger bereikbaar of ervaren zelf wellicht een zekere mate van handelingsverlegenheid. Thuiszorg-teams kunnen echter geen afstand nemen, zij moeten dagelijks aan de slag omdat er anders gewoonweg geen zorg meer is. Ze ervaren dan ook soms een grote eenzaamheid als het gaat om begeleiding bij het zoeken naar oplossingen.”

“Daar komt het balanceren in de relatie met verwanten nog bij”, zo vult Paul aan. “Verwanten zijn als mantelzorgers op een aantal fronten een soort collega’s van de thuiszorg-professional. Tegelijkertijd zijn ze begrijpelijkerwijs echter ook sterk emotioneel betrokken bij hun partner, ouder of grootouder. Dat maakt de communicatie er niet eenvoudiger op. En als lid van een thuiszorgteam stap je meerdere keren per dag zo’n systeem binnen. Zeker daar waar het gaat om de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen zien we verschillen van inzicht bij betrokkenen rond een cliënt. Mag je als dochter je vader, die niet wilsonbekwaam is verklaard, in zijn eigen huis opsluiten omdat je dat beter vindt voor hem? Het antwoord van de zorgprofessional moet ‘Nee’ zijn. Er gelden namelijk strenge regels rond vrijheidsbeperking. Maar de dochter bekijkt het praktisch en zegt: 'Zo blijft hij in elk geval veilig binnen'."

"Thuiszorg-professionals hoeven niet alles alleen op hun schouders te nemen."

Co Kieneker - CCE consulent

 

Vormen vraagstukken rond vrijheidsbeperking vaak de basis van een consultatie in de thuiszorg?

Paul: “Ja die doen zich zeker voor. Maar de meeste consultatie-aanvragen komen binnen rond afweer bij de ADL momenten. Zeker wanneer dementie en een verstoorde prikkelverwerking een rol spelen, kan de ADL zeer problematisch verlopen. Daarnaast zien we ook agressief gedrag van cliënten naar hun verzorgers. Consulenten als Co investeren diep in de relatie met het thuiszorg-team om samen te kijken naar de context waarbinnen het probleemgedrag ontstaat én hoe het op te lossen is. Co: “Veel vraagstukken kunnen worden aangepakt door het team te versterken: zowel intern, door professionele kaders duidelijker te maken, trots op het vak te voelen en onderling om steun en reflectie te durven vragen. Maar ook extern, in de relatie met andere betrokkenen, die ze op hun mede-verantwoordelijkheid voor de zorg van de cliënt mogen aanspreken. Thuiszorg-professionals hoeven niet alles alleen op hun schouders te nemen: de organisaties om hen heen moeten meebewegen in het zoeken naar manieren om die last te verdelen. Daar zetten we op in bij onze consultaties. Naast de meer praktische tips in de omgang met probleemgedrag natuurlijk. Die blijven ook ontzettend belangrijk in elke consultatie.”

 

Wanneer is voor jullie als coördinator en consulent een consultatietraject in de thuiszorg geslaagd?

Paul: “Dat is natuurlijk altijd in eerste instantie te beoordelen door degenen die de consultatie-aanvraag deden. Maar voor mij is het wanneer er een wezenlijke verbetering van de kwaliteit van leven van de cliënt is gerealiseerd en hij of zij langer op een goede manier thuis kan blijven wonen.  Maar ook als het thuiszorg-team een stevige basis van (zelf)vertrouwen heeft gekregen, zich gesteund voelt door de teamleider, de zorgaanbieder en de mantelzorgers.” Co vult aan: “Ik sta altijd versteld van de openheid waarmee mensen in gesprek gaan met elkaar met mij als consulent. Over ethische dilemma’s, persoonlijke betrokkenheid, afbakening en communicatie. Die openheid op te bouwen en structureel vast te houden zorgt voor sterke teams, die wisselingen beter aankunnen en die tijdig vastlopende situaties signaleren en hulp zoeken. Wanneer ik na de formele afloop van een consultatie gebeld word door een teamlid dat me vertelt dat het nog steeds goed gaat met de cliënt, en en passant nog even een paar praktische vragen stelt, vind ik dat heel motiverend.”