Overslaan en naar de inhoud gaan
Jong meisje zit met rug tegen een muur

"Samen mét jongeren op zoek naar perspectief"

Yvette de Beer, coördinator CCE en projectleider JeugdzorgPlus


JeugdzorgPlus staat in het middelpunt van de maatschappelijke belangstelling. Landelijk staan zorginstellingen voor de opdracht om het aantal gedwongen afzonderingen terug te dringen. Inzet is een beter leef- en behandelklimaat voor kwetsbare kinderen en jongeren. Als partner in complexe zorg wil CCE graag mee helpen zoeken naar perspectief voor en van deze jongeren. Daarom is het project JeugdzorgPlus een van de speerpunten uit het sectorprogramma jeugd. In 2020 gaat CCE samen met vijf JeugdzorgPlus-instellingen negen (groeps)consultaties doen. Doel is meer inzicht krijgen in de factoren die helpend zijn bij het afbouwen en voorkomen van inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen en het komen tot een perspectief ván de jongere. Projectleider Yvette de Beer vertelt over de plannen.

 

Veel voorwerk gedaan

Afgelopen jaar is veel voorwerk gedaan. Yvette: “Over ons initiatief hebben we contact gezocht met JeugdzorgPlus-instellingen. We vroegen hen: “Willen jullie samen met ons optrekken?” En ook: “Wat hebben jullie nodig en hoe kunnen wij daar als CCE op aansluiten?”. Ook zijn we om de tafel gegaan met onze eigen consulenten. Dat heeft geleid tot het vormen van een kernteam met tien CCE-consulenten. Het kernteam bestaat uit casemanagers, ervaringsdeskundigen, kinder- en jeugdpsychiaters, psychologen en systeemtherapeuten. Deze consulenten staan in de startblokken om aan de slag te gaan bij de consultaties. Door de coronamaatregelen is het project tijdelijk stopgezet. Uiteraard blijven we wel doorgaan met consultaties voor instellingen.”

 

Meedenken met jongeren

Hoe werken instelling en CCE met elkaar samen bij een consultatie? Yvette vertelt hoe dat gaat: “Bij een aanmelding wordt er een kernteam samengesteld; van iedere discipline één consulent. De systeemtherapeut en de casemanager staan in de voorhoede. Achter de schermen, en als het nodig is voor de schermen, denken en doen ook de andere kernteamleden mee. Een consultatie starten we altijd eerst met een gesprek met de jongere zelf. Vragen aan hem of haar: “hoe gaat het met je, wat zijn jouw wensen, hoe ervaar je het verblijf binnen de instelling, hoe ervaar je de vrijheidsbeperkende maatregelen die voor je worden ingezet, wat gaat jou helpen, wie zijn belangrijk voor jou en wie moeten wij in ieder geval ook nog spreken?”. We denken nadrukkelijk mee vanuit het perspectief van de jongere. Hij of zij is altijd betrokken bij alle fasen in het consultatietraject. De jongere is ook aanwezig bij de terugkoppelmomenten in het consultatietraject of geeft aan wie er namens hem aanwezig is. Verder schrijven we het CCE-advies op in een taal die begrijpelijk is voor jongeren. De uitgebreide rapportage, in hulpverlenerstaal voegen we toe als bijlage, als dat meerwaarde heeft. De jongere staat ook zelf aan het roer en heeft mede de regie bij de consultatie. Het perspectief (waar werk je naar toe, wat is de volgende stap en hoe ziet het er daarna uit), is dan ook echt het perspectief van de jongere zelf.”

“Het is belangrijk om samen op zoek te gaan naar een hoopvol perspectief van de jongere en met elkaar te leren.”

Yvette de Beer / coördinator bij CCE

Samenwerken met zorginstellingen

Vijf zorginstellingen werken mee aan het project. Dat zijn Schakenbosch in Leidschendam, Transferium in Heerhugowaard, Elker in Groningen, Intermetzo in Eefde en Via Icarus in Cadier en Keer. Een belangrijk uitgangspunt van het project is met elkaar leren. Yvette: “Daarom gaan we de consultaties monitoren. Aan het begin van de consultatie doen we een 0-meting. Welke vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet? Het kan gaan om afzondering, maar ook om afspraken met jongeren over telefoongebruik, vrijheden om contact te leggen, naar buiten gaan, enzovoort. Na afronding van de consultatie meten we dit opnieuw. Resultaten gaan we ook kwalitatief meten. Dat doen we aan de hand van geluidsopnames van gesprekken (uiteraard met toestemming van betrokkenen), interviews met mensen na afloop van de consultatie en een logboek dat we bijhouden. Op basis van alle gegevens kijken we wat effectief is geweest. In eerste instantie doen we dat op het niveau van de individuele casus, maar we kijken ook breder naar de resultaten bij de andere casussen. Deze resultaten gaan we zowel intern als extern delen om met elkaar te leren. We hebben al veel ideeën hoe we dat willen doen en gaan dat nog uitwerken. Maar nu eerst aan de slag en de resultaten afwachten!”

 

Vrijheidsbeperking nooit de oplossing

Wat is voor Yvette de drijfveer om met dit project aan de slag te gaan? Daarover is zij duidelijk: “Ik geloof er écht in dat vrijheidsbeperking heel weinig effect heeft. In sommige situaties kunnen maatregelen tijdelijk bescherming bieden voor jongeren en mensen in hun omgeving, maar het is nooit de oplossing voor problemen. Uiteindelijk werken deze maatregelen contraproductief en worden ze vaak ingezet omdat mensen om de jongere heen handelingsverlegen zijn. Daarom is het zo belangrijk om samen op zoek te gaan naar een hoopvol perspectief van de jongere en hierbij met elkaar te leren. Dat kan door instellingen zelf te laten ervaren hoe zij vrijheidsbeperking kunnen afbouwen en voorkomen. Hoe doe je dat, wat werkt in de praktijk en wat zijn de succesfactoren? En in die zoektocht nadrukkelijk samenwerken met jongeren zélf. Dat is voor ons de sleutel naar succes.”