Als gevoeligheid tot schooluitval leidt

Emma (11) krijgt zulke paniekaanvallen, dat ze niet meer naar school kan. Haar overbelaste moeder Iris doet er alles aan om een geschikte plek voor haar te vinden. Toch loopt ze vast in haar zoektocht. Ondertussen zit Emma thuis en staart met lege ogen voor zich uit.

‘Error in mijn hoofd’. Zo noemt Emma (inmiddels 19 jaar) wat er gebeurde toen de druk om te presteren op school te hoog werd. Maar eigenlijk kan ze zich nauwelijks meer iets herinneren van de nare jaren. Eind groep 7 gaat ze niet meer naar school en zit ze langdurig thuis. Dat overkomt ruim 3.300 leerlingen per jaar volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJi, 2020/2021).

Terwijl haar schoolcarrière zo rooskleurig van start ging. Een vrolijke kleuter met dansende krullen, van wie de drukste jongens rustig werden. Die alles in de gaten had: wie geplaagd werd op het schoolplein, wie wat knutselde in de klas. Die op zwemles en later op een nieuwe basisschool meteen vriendinnen had. Die discozwemmen voor de hele klas organiseerde en alleen naar school fietste.

‘Elke dag vroeg Emma zenuwachtig wanneer de entreetoets was’

Wel had haar moeder Iris altijd het gevoel dat Emma in een verkeerde tijdsperiode was geboren. Emma had langer tijd nodig om afscheid te nemen van haar moeder op het schoolplein, sprak woorden pas uit als ze zeker wist dat ze het goed zei, praatte sowieso erg zachtjes en huilde bijna nooit, zelfs niet als ze akelig was gevallen. Hield je je hand boven haar been, dan kietelde dat al. Ze had het over een huilend meisje in de gang thuis, voor wie ze bang was, en over de boze kledingkast in haar slaapkamer.

 

Zenuwachtig voor toets

En toen brak het jaar aan dat de juf van groep 7 uitlegde hoe belangrijk dit schooljaar was. Vanwege de entreetoets. En dat de kinderen hard hun best moesten doen. Emma’s moeder Iris: ‘Dagelijks vroeg Emma zenuwachtig wanneer die toets nou was. Ze vond het oneerlijk dat de leerlingen in groepjes waren verdeeld die goed, gemiddeld en matig konden leren.

Steeds vaker keerde ze na vertrek richting school weer om. Haar stuur stond scheef en moest op de millimeter nauwkeurig goed worden geduwd. Haar zadel of de bel zat los. De band was niet hard genoeg. Alles moest goed zijn, anders zou ze niet goed aankomen.’

‘Ze was al op zaterdag aan het huilen omdat ze maandag weer naar school moest’

Niet veel later wilde Emma dat haar moeder zou meefietsen. Als er dan iets was, kon Iris tenminste gauw helpen. Vader Kees vond dat Iris hun jongste dochter te veel betuttelde. ‘Daarna wilde ze zeker weten dat ik haar op tijd zou ophalen’, vervolgt Iris. ‘Op een gegeven moment was ze op zaterdag aan het huilen omdat ze maandag weer naar school moest. Doordeweeks bleven vriendinnetjes slapen, dan konden ze samen naar school.’

 

Stoppen met krijsen

Het hielp niet. De paniek werd erger. Dus bracht Iris haar steeds later naar school, wanneer Emma niet meer trilde en huilde. Na schooltijd zat haar elfjarige dochter bleek en uitgeput op de bank. Steeds moeilijker kregen haar ouders contact met haar. ‘Stelde je een vraag, dan kreeg je een antwoord dat daar niets mee te maken had.’

Eind groep 7 stort Emma in. Vrijwel elke avond liggen Iris, Kees en de twee oudste kinderen gespannen in bed te wachten tot ze rond een uur of twee ’s nachts stopt met krijsen. ‘Troosten lukte niet, ik mocht niet bij haar in bed komen liggen, want dat was vies.’

‘Overdag ging ze de deur niet meer uit, ze hield drie dagen haar pyjama aan, sprak nauwelijks meer en staarde voor zich uit. Meerdere keren stond ze bij ons bed en zei: “Wat doe ik hier? Jullie zijn beter af zonder mij.” Of ze vertelde: “Als ik in de spiegel kijk, zie ik nooit mezelf, maar ik zie andere mensen.” Alleen de hond begreep haar, vond ze. We waren ons kind kwijt, zo voelde het.’ De zoektocht naar hulp begon.

 

Symptoombestrijding

Ondertussen stelt de leerplichtambtenaar dat ze gewoon naar school moet. De jeugdpsychiatrische kliniek wil Emma drie maanden opnemen en zware kalmerende medicatie toedienen. Iris: ‘Met name om mij te ontlasten. Ze zeiden dat Emma een laag IQ had en nooit zelfstandig zou kunnen wonen.’ Iris vindt het symptoombestrijding en vervolgt de zoektocht naar hulp. Zelf vindt ze dat de oververmoeide en overprikkelde Emma meer een burn-out heeft, ‘al klinkt dat misschien gek voor een kind.’

‘Emma had me de hele dag nodig, ze stond altijd tegen me aan. Ik werd er soms kriegelig van’

Ze belanden bij een psycholoog die paranormaal begaafd is. Hij ziet dat Emma zich ten koste van zichzelf steeds meer heeft aangepast op school en is ervan overtuigd dat ze krachtig genoeg is om weer zichzelf te worden. Maar Iris en Kees moeten als ouders al hun verwachtingen durven loslaten.

 

Gebrek aan concentratie

Tijd voor zichzelf heeft Iris in die periode allang niet meer. Emma staat altijd tegen haar aan of loopt vlak voor haar. ‘Ze had me zo nodig; ik werd er soms kriegelig van.’ Om wat lucht te krijgen, vraagt het ouderpaar voormalig basisschoolleerkracht Mariëtte om hulp. Als zij komt kennismaken, krijgt ze een bijzondere boodschap mee. Thuisjuf Mariëtte: ‘Ik zag bezorgde ouders, die het niet meer wisten. Iris en Kees zeiden: “Er hoeft niets”. Aha, dacht ik. Ik moet vooral rust scheppen.’

Mariëtte ziet een gewoon kind. ‘Misschien met iets uit het autismespectrum.’ De juf in haar wil voorkomen dat Emma weer op nul moet beginnen als ze wel weer naar school kan. ‘Maar ik was zoekende in wat ik kon doen. Emma wist niet wat ze leuk vond, had geen ideeën over wat ze wilde en haar concentratie lag ver beneden het vriespunt. Dus bood ik vooral rust en structuur en volgde waar mogelijk het schoolprogramma van groep 8 en daarna de stof van de brugklas.’

 

Identiteit kwijt

Via een platform voor ouders met thuiszitters komen Iris en Kees in contact met Spirare, een ontwikkelplek voor hoogbegaafde schooldrop-outs. Thuisjuf Mariëtte is niet erg enthousiast: ‘Ik vond het vaag wat ze doen: er is weinig structuur, geen lesprogramma, jongeren mogen wandelen, filmpjes kijken of bakken. Ik vroeg me af of deze plek Emma voldoende uitdaging kon bieden.’

Lianne Reinders wordt als zorgcoördinator bij Spirare Emma’s persoonlijke coach. ‘Ik zag een angstig meisje met een gebogen houding, dat weinig oogcontact maakte, met een enorme spierspanning in haar lijf. Ze durfde geen enkele keuze te maken en haar sociale ontwikkeling stond stil. Ze was haar identiteit kwijt.’

‘Als ik niet direct op een appje reageerde, raakte Emma in paniek’

Lianne zet in op rust en zelfvertrouwen opbouwen. Ze spelen spelletjes – die Emma meestal wint – en Emma maakt tekeningen en mandala’s. ‘Alles met een-op-eenbegeleiding,’ vertelt Lianne. ‘Voorzichtig liet ik haar in contact komen met andere jongeren, maar Emma raakte meteen van slag door een verkeerde blik of gespannen sfeer. Thuis volgde de uitbarsting.’

Als Emma op Spirare is, blijft Iris op het terrein en later permanent mobiel bereikbaar. Iris: ‘Emma appte me bijvoorbeeld als haar tas nat was door een lekke waterfles – ze kon niet meer bedenken hoe ze zulke simpele dingen kon oplossen. Of ze werd gek van iemand met een tikkende pen. Als ik niet direct reageerde, raakte ze in paniek.’

 

Thuiszitters en leerplicht

In eerste instantie vergoedt het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) de plek een paar maanden. Wanneer Spirare de individuele begeleidingsuren wil verhogen, twijfelt het CJG om budget beschikbaar te stellen. Lianne: ‘Na anderhalf jaar laat Emma nog steeds overlevingsgedrag zien. Eerlijk gezegd wist ik ook niet of we als Spirare genoeg konden bieden en hoe lang het zou duren. Veel thuiszitters hebben in de loop der jaren zoveel fysieke en mentale klachten ontwikkeld, dat het heel veel tijd kost om te herstellen. Tegelijk evalueert de gemeenten of de doelen binnen een bepaalde termijn zijn gehaald.’

‘Emma uitte steeds grotere noodsignalen om te laten zien dat ze dit tempo niet aankon’

Er is nog een probleem: de leerplicht. Iris: ‘Spirare kan scholing bieden, maar is geen onderwijsinstelling. Voor de vergoeding was een leerplichtontheffing nodig, zodat we aanspraak konden maken op een Persoonsgebonden Budget (PGB). Maar een GGD-arts, die haar nog nooit had ontmoet, vond dat Emma gewoon naar school moest. Dus moest dat ook van de leerplichtambtenaar.’

 

Moegestreden na zoektocht

Het CJG besluit Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) in te schakelen om met elkaar na te gaan wat het beste is voor Emma. CCE zet orthopedagoog en CCE-consulent Floor Koreman in, die haar oor te luister legt bij alle partijen om te achterhalen wat Emma kan helpen. Floor: ‘Emma’s ouders kwamen moegestreden op me over. Zij hadden al een ingewikkelde zoektocht achter de rug met veel betrokken partijen. Tijdens het gesprek met het CJG, Spirare en Emma’s ouders was de spanning voelbaar. Ondanks alle dilemma’s had iedereen de intentie om een oplossing te vinden die past bij de behoeften van Emma.’ Omdat er weinig zicht was op het emotioneel welbevinden en de draagkracht van Emma, besluit Floor daar onderzoek naar te doen. Ze ontmoet en observeert Emma thuis en op Spirare en bevraagt alle betrokkenen.

Floor constateert een discrepantie tussen de cognitieve en emotionele ontwikkeling van Emma. ‘Wat betreft haar emotionele ontwikkeling had Emma eigenlijk dezelfde ondersteuning nodig als een kind van tussen de 12 en 18 maanden. Mensen in haar omgeving staken structureel te hoog in, waardoor ze fors overvraagd werd en steeds grotere noodsignalen uitte om de buitenwereld kenbaar te maken dat ze het tempo niet aankon. Ze had veel behoefte aan het ontwikkelen van een vertrouwensrelatie, aan veiligheid en geborgenheid.’

‘Mijn man Kees kon niet uitspreken dat hij Emma zou beschermen. Want hij wist: ik ben er niet echt voor haar’

Maar hoe doe je dat met een meisje in een groot lijf, dat als een “kleine Emma” steeds aandacht en duidelijkheid zoekt? Dat haar grote broer schopt als hij in de weg staat, in plaats van vraagt of ze er langs kan. En dat totaal geen connectie heeft met haar vader, die vanwege werk vaak “in zijn hoofd zit”?

 

Vertrouwen opbouwen

Na Floors uitleg over Emma’s emotionele ontwikkeling krijgt Emma toch leerplichtontheffing. Bovendien maakt Floor iedereen duidelijk dat Emma vooral tijd nodig heeft om weer te kunnen functioneren en leren. Lianne van Spirare volgt Floors advies op om nog meer in te steken op basisveiligheid bieden en aan vertrouwen bouwen. Het gezin doet op aanraden van Floor mee aan een serie familieopstellingen, waarbij de gezinsleden een representant (vertegenwoordiger van zichzelf of een ander gezinslid) in de ruimte plaatsen en zo met elkaar ervaren welke familieverhoudingen moeizaam zijn. ‘Intense ervaringen,’ vertelt Iris. ‘Kees stond tegenover de representant Emma en zou de woorden “ik bescherm jou” uitspreken. Hij kon het niet. Want hij besefte: Ik ben er niet voor jou, ik ben weg of mentaal niet beschikbaar.’

Bij Emma komt een oud trauma omhoog: twee keer is ze als achtjarige bijna een uur kwijt geweest. In Oostenrijk raakte ze haar vader kwijt tijdens het nachtskiën, in Parijs wist niemand meer waar ze was op het station. Als ze elkaar terugvinden, wil Emma er niet over praten, maar de stress en de angst van verlaten zijn, is haar lichaam niet vergeten. ‘De familieopstellingen vormden de sleutel van het helingsproces voor het hele gezin.’

‘Emma droomde van Australië, dus begonnen met oefenen om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen’

Floor adviseert vader Kees om een vast ritueel te bedenken om contact te maken met zijn dochter. Dus wandelen ze op een vast tijdstip naar de bakker om wat lekkers te kopen. Of ze gaan even de tuin in, waar Kees een hoop bladeren in de tuin bijeen harkt, waarna Emma zich erop laat vallen. Als gezin maken ze weer samen plezier door elkaar in dekens gerold over de vloer te trekken. En Emma begint met lekkere dingen bakken. Floor: ‘Allemaal sensopathisch spel (ervaringen waarbij zintuigen worden geprikkeld) dat past in de ontwikkeling van heel jonge kinderen, maar geschikt is voor Emma’s leeftijd.’

 

Meer zelfvertrouwen

Langzaam zet Emma stappen om haar wereld groter te maken. Ze luncht bij opa en oma, eerst nog met mama dichtbij. Ze fietst met thuisjuf Mariëtte naar de markt en mee naar diens huis. Ze onderzoekt op Spirare haar dromen: reizen door Australië. Met Lianne ontdekt ze wat daarvoor nodig is, bijvoorbeeld zonder hulp van haar ouders naar Spirare reizen. Lianne: ‘In kleine stappen oefenden we reizen met het openbaar vervoer. Haar zelfvertrouwen en belastbaarheid groeiden en na twee jaar herstellen bij Spirare ervaart ze weer perspectief en lukt het  haar dromen omzetten in plannen.’

Soms wil iedereen te snel en reageert Emma weer boos en bang. Door de uitleg van Floor over de emotionele ontwikkeling begrijpen de ouders en Lianne dat ze op zo’n moment weer terug moeten naar veiligheid en duidelijkheid bieden. Zoals thuisjuf Mariëtte onlangs weer merkte: ‘Laatst was ik voor het eerst tien minuutjes te laat en dat maakt haar gelijk ongerust. Structuur biedt haar houvast.’

 

Luisteren naar behoefte

Emma is nu negentien jaar. Binnenkort vertrekt ze met de trein naar Berlijn, waar ze een concert bezoekt. Niet het eerste muzikale optreden dat ze bijwoont – ze is sinds haar zestiende al meermaals alleen of met een vriendin naar concerten gegaan. Ze volgt de VAVO, want ze wil naar het mbo om verpleegkunde te studeren. Sinds vorig jaar werkt ze in een restaurant. ‘Ik werd zo aangenomen’, vertelt ze niet zonder gepaste trots. ‘Eerst deed ik de afwas en nu ben ik hulpkok.’ Ook krijgt ze rijles.

Iris geeft toe dat ze aanvankelijk sceptisch tegenover de inmenging van CCE stond. ‘Weer een instantie waaraan je je hele verhaal moest vertellen, terwijl we dachten: echt luisteren, doet degene tegenover ons niet. Maar CCE-consulent Floor begreep meteen de behoefte van Emma en die van ons.’

‘Met hulp van CCE kwamen we allemaal op één lijn over Emma’s emotionele behoeften’

‘Drie jaar geleden had Emma ons overal voor nodig. Nu appt ze van de week dat ze kaartjes voor een filmpremière heeft geregeld voor ons gezin. De beste zitplaatsen natuurlijk.’

Ook Lianne kijkt positief terug op het consultatietraject van CCE. ‘Floor bekijkt het proces vanuit een helikopterview. Daardoor kwamen we allemaal op één lijn wat betreft haar emotionele ontwikkeling en paste iedereen zijn begeleiding en ondersteuning daarop aan.’ Ze vindt het bijzonder hoe onbevooroordeeld CCE is, zeker omdat Spirare niet een standaard instelling is. ‘Ook al is binnen de jeugdzorg Spirare een vreemde eend in de bijt, waar thuiszitters weer leren geloven in zichzelf en hun talenten: Voor Floor telde wat het Emma opleverde om bij ons te zijn.’

 

Opbloeien

Thuisjuf Mariëtte helpt haar nog elke week en ziet haar opbloeien. ‘Afgelopen zomer hielden haar ouders een feest. Vroeger had Emma zich teruggetrokken op haar kamer of was met de hond gaan spelen. Nu liep ze rond en praatte met iedereen.’ 

Lianne van Spirare ging een halfjaar terug kijken bij het restaurant waar Emma werkt. ‘Ze stelde me voor aan haar collega’s, ze geniet zichtbaar. Als een rups ontpopt ze zich tot een prachtige vlinder. Op Spirare daagden we haar uit om in beweging te komen, nu doet ze dat uit zichzelf: met sporten, door actualiteiten te volgen, te reizen, werken, studeren. Er zit nog veel onontdekte kracht in Emma. Ik ben ervan overtuigd dat ze in haar leven nog veel bijzondere dingen gaat ondernemen.’

Lees ook het artikel 'Casus Emma nader bekeken' dat in de Pedagoog (#2-2023) verscheen, een uitgave van de NVO.

Emma’s advies voor hoe je moet omgaan met thuiszitters:

Emma: ‘De juf van groep 7 had het alleen maar over leren. En als ik juist dieper wilde ingaan op bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog, was daar geen tijd voor. Ik vond een mannelijke leraar op school fijner. Die liet je een keer een spelletje doen, speelde gitaar tijdens de les of vertelde iets over zichzelf. Er druk op zetten en zeggen dat je per se naar school moet, helpt niet. Als een kind wel wil leren, laat het dan gewoon thuis lessen volgen.’

De namen van Emma en haar ouders zijn gefingeerd om hun privacy te beschermen.

Tekst: Merel van Dorp