CCE en TOPGGz werken samen om de rol van consultatie in de ggz te versterken. Door het toevoegen van kennis en kunde aan bestaande behandelrelaties, wordt een nieuw perspectief op herstel gevonden en doorverwijzing van cliënten zoveel mogelijk voorkomen.
In fase 1 van het samenwerkingsproject hebben CCE-coördinatoren en TOPGGz-afdelingen rond vijf cliëntengroepen in elkaars ‘consultatiekeuken’ gekeken. De conclusie was dat het delen van kennis en kunde door samen te werken in consultaties in de praktijk veel meerwaarde oplevert. Het (eerder) stellen van een consultatievraag betekent voor veel cliënten dat hun lopende behandeling een beter resultaat heeft of dat stagnatie voorkomen wordt. Daarom werken TOPGGz en CCE aan meer bekendheid van consultatiemogelijkheden voor complexe problematiek en meer bewustwording hierover bij behandelaren in de ggz.
Met betrokkenheid van medewerkers van CCE en TOPGGz-afdelingen, maar ook vanuit NVvP, P3NL en V&VN en met steun van MIND, is nu gestart met de volgende projectfase (‘fase 2’). Hierin worden het consultatielandschap, het proces en de randvoorwaarden van consultatie beschreven, zodat voor professionals duidelijk is waar zij met hun consultatievragen terecht kunnen en hoe dat praktisch werkt. Daarbij worden ook de resultaten gebruikt die zijn opgehaald bij de enquête tijdens het NVvP-voorjaarscongres. Op het TOPGGz-congres van 4 oktober presenteren TOPGGz en CCE gezamenlijk de eerste resultaten van projectfase 2.
Bewustzijn vergroten
Om op korte termijn consultatie onder de aandacht te brengen bij behandelaren in de ggz en zo het bewustzijn te vergroten, nemen CCE en TOPGGz allerlei initiatieven. Zo namen zij een enquête af op het NVvP-voorjaarscongres in maart 2023. Behalve aandacht voor consultatiemogelijkheden, is relevante input opgehaald voor het samenwerkingsproject.
Aan bezoekers van het congres zijn vragen gesteld over consultatie, hoe het werkt, wat er wel en niet gebeurt en kan, wat belemmeringen zijn en wat verbeteringen in het proces kunnen zijn.
Resultaten uit enquête
De enquête leidde tot geanimeerde gesprekken met de vijftig respondenten over hun persoonlijke ervaringen met consultatie en vele nuttige verbetertips.
De meest genoemde vorm van consultatie (ruim 62%) is collegiaal advies van directe collega’s. Met enige ruimte ertussen volgt daarna inzet van het persoonlijk extern netwerk (18%) en 8% overweegt consulteren van een andere instelling of CCE.
Medicatie, diagnostiek, systemische vraagstukken, doorverwijsmogelijkheden, euthanasie, onduidelijke richtlijnen, huisartsen en complexe problematiek zijn veel voorkomende onderwerpen bij consultatie.
Belemmeringen om consultatie te vragen gaan vaak en vooral over tijd, geld en toegang; waar kun je terecht? hoe werkt dat? Hierbij speelt het persoonlijke netwerk ook weer een rol. Zeker wanneer je iemand niet persoonlijk kent, voelt het als een extra drempel om diens tijd te vragen, is de veel gehoorde reactie.
Drempels om consultatie te vragen kunnen volgens de respondenten verlaagd worden door bijvoorbeeld een online overzicht van organisaties van consultatiemogelijkheden, meer laagdrempeligheid binnen organisaties voor collegiale vragen en advies, het faciliteren van netwerken en de TOPGGz-waaier. Ook is er behoefte aan inzicht in de praktische kant van consultatie. Informatie hierover verlaagt de drempels om consultatie te vragen.
In fase 2 van het samenwerkingsproject worden praktische producten gemaakt die aansluiten bij de vragen en drempels in de praktijk.
Presentatie eerste resultaten
Op het TOPGGz-congres op 4 oktober, dat volledig in het teken staat van consultatie en advies, worden de producten gerealiseerd in fase 2 van het samenwerkingsproject gezamenlijk gepresenteerd.
Tijdens het VGCt-congres op 2 en 3 november zijn TOPGGz en CCE beiden met een stand op de expositie aanwezig. De enquête zal hier opnieuw worden afgenomen onder congresdeelnemers met als doel informatie ophalen voor het samenwerkingsproject en het vergroten van het bewustzijn voor het thema consultatie.