Verantwoordelijkheden spreiden
Omdat contextfactoren complex zijn, is er geen one-size-fits-all oplossing. Wanneer je vraagt aan scholen wat ze nodig hebben, dan is dat antwoord in elke situatie anders, merkt Bert Wienen. “Sommige scholen vragen om meer expertise, anderen om kleinere klassen en de volgende om handjes, zodat ze meer één op één kunnen oefenen met de leerlingen.”
Wanneer Karin Janssen vanuit CCE meedenkt met een school, dan onderzoekt ze contextfactoren die bij meerdere kinderen op een school spelen. “De oplossing is niet per se dat er een volwassene naast het kind moet gaan zitten, maar kan bijvoorbeeld zijn dat een kind een meer ondersteunende context krijgt aangeboden. Zoals een aangepast tempo of ander lesaanbod.”
Daarnaast helpt het als scholen problemen erkennen, steun bieden en de verantwoordelijkheid spreiden, zodat docenten er niet alleen voor staan. Karin: “Daarom zet je niet maar een persoon voor een grote groep, maar zorg je dat je met twee of drie leerkrachten verantwoordelijk bent. Betrek een intern begeleider of orthopedagoog én zoek de dialoog en samenwerking met de ouders.” Ook andere mensen op school kunnen een rol spelen om te zorgen dat kinderen gezien worden. “Iedereen in de school kan bijdragen. De conciërge is bijvoorbeeld een superbelangrijk persoon, of bijvoorbeeld iemand van de administratie die de ziekmeldingen bijhoudt. Die kunnen ook even kletsen of informeren als ze een leerling voorbij zien lopen.”
Weerstand en leren
Niet dat alles dan van een leien dakje zal gaan. Er zullen altijd kinderen zijn die buiten de boot vallen, daar zijn beiden het over eens. Tegelijkertijd hoeft het niet altijd maar goed te gaan met kinderen. “We leven in een maatschappij waarin we denken dat het leven een groot feest is”, betoogt Bert Wienen. “Maar in werkelijkheid horen slechte cijfers bij het leven en zegt dat nog niets over je brein en of je ziek bent. We moeten leerlingen, maar misschien ook ouders leren verdragen dat er ingewikkelde periodes in het leven zijn, die helemaal niet leuk zijn.”
Zonder weerstand geen vooruitgang, bevestigt Karin Janssen: “Je hebt een level van stress nodig om een volgende stap in je ontwikkeling te kunnen maken.” Bovendien kan het ook erg jammer zijn om iedereen te normaliseren. “We vergeten wel eens dat er zoveel kwaliteiten zitten bij mensen die zich niet als gemiddeld gedragen”, voegt Karin toe. “De creatievelingen, de cabaretiers, die tonen al aan hoe belangrijk het is om uitzonderingen te maken op de gemiddelden. Niet hoeven te voldoen aan een norm en meedoen naar vermogen, ik wil dat heel graag naar voren brengen in mijn werk. De mogelijkheden bekijken in plaats van alleen de onmogelijkheden zien.”
School als voorbeeld
Als het aan Bert Wienen ligt is inclusief onderwijs een mooi beginpunt om de hele samenleving inclusiever te maken. “Ik hoorde over een personeelsmanager die moest zorgen dat mensen met afstand tot de arbeidsmarkt zich thuis voelden bij zijn bedrijf. Maar hij vertelde dat hij die mensen helemaal niet kende. Toen hij op de basisschool zat werden deze met busjes weggestuurd en ook in zijn eigen bubbel had hij ze niet. Hoe kan hij dan zorgen voor een beter personeelsbeleid?”
Op school kunnen kinderen leren hoe ze om kunnen gaan met anderen en leren van elkaars verschillen. “Hoe kinderen met al hun veerkracht omgaan met een beperking, dat is echt fantastisch, daar kunnen heel veel mensen enorm veel van leren. Die leerervaringen onthouden we al die kinderen. Het is echt bizar.” Hij ziet dat er al plekken zijn in Nederland die meer inclusief zijn en merkt dat leraren dit graag willen, maar het is nog zeker geen algemeen goed. Toch is Bert Wienen optimistisch: “Ik ben er hoopvol over, ik denk dat we veel kunnen bereiken met stapjes op verschillende plekken. Het is hoe dan ook te veel waard om te laten liggen.”
Tekst: Chantal van der Leest