Overslaan en naar de inhoud gaan

Situatiekenmerken bij 'Bewegen bij probleemgedrag'

Om zicht te krijgen op de organisatiefactoren die van invloed zijn op probleemgedrag, is het model 'Bewegen bij probleemgedrag' ontwikkeld. Dit model is gebaseerd op drie kernconcepten die onderling nauw samenhangen: onderschatte situatiekenmerken, richtinggevende zorgframes en opgeroepen organisatiedynamieken. Hieronder gaan we in op de situatiekenmerken.

Model Bewegen bij probleemgedrag

Situatiekenmerken

Situaties van probleemgedrag hebben bepaalde gemeenschappelijke kenmerken. Tegelijkertijd zijn ze echter veelal niet specifiek voor deze situaties. Een deel van deze kenmerken komt namelijk ook voor in situaties waarin er geen sprake is van probleemgedrag. We hebben de volgende vijf situatiekenmerken gedefinieerd:

 

1. Overgenomen zorg

Een instelling heeft de zorg voor de persoon met een verstandelijke beperking overgenomen van 'verwanten’. 

 

2. Kwetsbare situatie

Een persoon met een verstandelijke beperking is meer dan gemiddeld kwetsbaar en probleemgedrag zorgt voor een toename van de kwetsbaarheid.

 

3. Onkenbaar probleemgedrag

De oorzaken voor het probleemgedrag dat de cliënt toont, zijn in fundamentele zin nooit volledig en definitief te kennen.

'Het beeld en de problematiek van deze persoon zijn zo complex dat er in het verleden verschillende diagnoses zijn aangegeven als verklaring voor het gedrag.'

4. Relationele druk(te)

In een situatie van probleemgedrag zijn er vaak veel mensen betrokken en hun onderlinge relaties staan vanwege het probleemgedrag per definitie onder druk. 

 

5. Inherente onzekerheid

In een situatie van probleemgedrag is er sprake van een zekere mate van dreiging voor - en handelingsverlegenheid bij met name begeleiders. Dit creëert onzekerheid in de werkcontext. 

Deze situatiekenmerken zijn in grote mate herkenbaar voor de betrokkenen. Wie het leest, denkt vermoedelijk: zo is dat inderdaad. Of: vertel me eens iets nieuws. De situatiekenmerken lijken vanzelfsprekend, maar zijn dat in hun consequenties voor de omgang met situaties van probleemgedrag niet. Of anders gezegd: de situatiekenmerken zijn voor de betrokkenen vanzelfsprekend (op het niveau van aanwezigheid) en worden tegelijkertijd door hen onderschat (op het niveau van consequenties). Bijvoorbeeld:

  • Iedereen beseft dat er sprake is van overgenomen zorg als personen met een verstandelijke beperking in een instelling wonen, maar de consequenties hiervan voor het samenspel tussen zorgprofessionals en verwanten worden geregeld onderschat.
     
  • Iedereen erkent de relationele drukte, maar de consequenties ervan voor hoe wordt omgegaan met (het voorbereiden van) overleggen worden geregeld onderschat.
     
  • De inherente onzekerheid waarmee begeleiders te maken hebben, is bekend, maar de consequenties ervan voor de emotionele onderstroom in de organisatie worden geregeld onderschat.

Die onderschatting heeft gevolgen voor de dynamiek waarin betrokkenen met elkaar terechtkomen. Zonder voldoende alertheid ligt vastlopen op de loer.

Bekijk de video waarin CCE-coördinator Femke van der Harst vertelt over de onderschatte situatiekenmerken.

Bewegen bij probleemgedrag: Situatiekenmerken

Model en Kernconcept afbeelding 2

 

Zorgframes

Situaties van probleemgedrag doen zich niet voor in een vacuüm, maar zijn ingebed binnen een bredere omgeving of context die het niveau van een instelling overstijgt. Dit noemen we zorgframes (op deze pagina lees je meer over deze richtinggevende zorgframes).  

Factsheet 'Bewegen bij probleemgedrag'

Deze factsheet geeft een handig overzicht van de onderschatte situatiekenmerken, de richtinggevende zorgframes en de zeven organisatiedynamieken.