Marly Janssen, coördinator CCE en projectgroepleider 'Leren in Netwerken'
De gehandicaptenzorg was ooit de thuisbasis van CCE, daar waar de eerste consultatieteams van start gingen. Inmiddels strekt het werkgebied van CCE zich al jaren uit over de hele zorgsector. Maar hoe staat het met ons netwerk in de gehandicaptenzorg (GZ)? Marly Janssen is binnen het programma gehandicaptenzorg de projectleider van de projectgroep ‘Leren in Netwerken’, die in het najaar van 2018 aan de slag ging. Ze kijkt terug op hun activiteiten en werpt een blik vooruit naar hetgeen er in 2020 op stapel staat.
Stakeholders in kaart
In de wetenschap dat CCE al zo lang actief is binnen de GZ en er ook de meeste consultaties plaatsvinden binnen deze sector, zou je kunnen denken dat onze netwerken daar al volledig in kaart gebracht zijn. Marly: “Dat is een logische gedachte ja. En toch blijkt dat dit niet het geval is. We werken ontzettend veel samen met en binnen de sector, maar we vermoedden dat er desondanks nog wel ‘witte vlekken’ waren”.
Daarnaast zagen we het belang van het hernieuwd bekijken van onze bestaande aannames ten aanzien van ontwikkelingen binnen de GZ. Dat is echt noodzakelijk om aan te blijven sluiten bij de sector. Concreet betekende dit bijvoorbeeld dat we meer zicht wilden krijgen op organisaties waar we relatief weinig consultaties uitvoerden. Maar ook op expertiseontwikkeling binnen de zorginstellingen. We brachten de ‘stakeholders’ in beeld, zodat er nu een gedetailleerde netwerkkaart ligt: van onderwijsinstellingen tot zorgorganisaties en van belangenorganisaties tot overheden. Aan de hand van deze zogenoemde ‘stakeholdersanalyse’ hebben we ons als eerste gericht op de zorginstellingen waardoor wij als projectgroepleden met een zestal organisaties contact gelegd en zijn we langs gegaan. Want wil je elkaar écht leren kennen, dan moet je elkaar ontmoeten”.
Kennis maken, kennis delen
Wat is je van die ontmoetingen het meest bijgebleven? “Het enthousiasme waarmee projectgroepleden terugkwamen van zo’n gesprek. Het over en weer kennis delen, oprecht nieuwsgierig naar elkaar geeft gewoon erg veel energie. Voor wat betreft onze eigen bekendheid bleek uit de gespreksronde dat de bekendheid van CCE niet meer geheel vanzelfsprekend is binnen de sector. Met name jonge behandelaren hadden niet altijd een helder beeld van ons. Onze bekendheid lijkt ietwat generatiegebonden te zijn. Zichtbaarheid blijft een aandachtspunt”. “Ik maak daarbij de kanttekening dat zes gesprekken natuurlijk niet voldoende zijn om daar harde conclusies uit te trekken”, relativeert Marly wel meteen.
Waardering voor CCE
“Organisaties die ons kennen, waarderen onze context-gerichte aanpak, frisse blik en onafhankelijkheid. Ook de creativiteit in consultatietrajecten en het aansluiten bij wat nodig is voor een gedegen implementatie, worden als positief ervaren. Dat is natuurlijk fijn om te horen tijdens die gesprekken. De echte meerwaarde zit ‘m echter in zicht te krijgen op behoeftes die leven bij onze stakeholders, als het gaat om vraagstukken rond probleemgedrag. Daar liggen de kansen. Denk bijvoorbeeld aan mogelijkheden van een sectoroverstijgende benadering van mensen met een combinatie van LVB, psychiatrie en forensische aspecten. Of kennis over de invloed van NAH of epilepsie. Het is goed om die behoeftes op te halen en om te zetten in kennisproducten, die we vervolgens teruggeven aan het netwerk.
Bij de buren op de koffie
Daarmee is de stap naar de toekomst snel gezet. Gevraagd naar de plannen voor 2020 geeft Marly aan dat aandacht voor kennisuitwisseling en wederzijdse versterking niet alleen geïnitieerd wordt vanuit het programma, maar ingebed wordt in de reguliere werkzaamheden van coördinatoren. De samenwerkingsgesprekken met zorginstellingen lenen zich daar volgens haar uitstekend voor. “Op die manier ontstaat er een veel breder fundament. Vanuit dezelfde gedachte van elkaar beter leren kennen gaan we als projectgroep dit jaar met twee Academische Werkplaatsen in gesprek om te ervaren hoe we elkaar kunnen versterken”.
“En als we het over kennis maken, delen en ontmoeten hebben, dan gaan we in 2020 nog een stap verder dan we tot nu toe deden”, vertelt Marly. “Aansluitend bij de behoefte van veel zorginstellingen om laagdrempelig kennis op te doen én te delen, spelen we met de gedachte om organisaties die bij elkaar in de buurt gevestigd zijn, met elkaar in contact te brengen. Koffie bij de buren: wat wil je lenen bij de buren, wat kom je brengen? Een nieuwe manier van kennisontwikkeling en een stimulans voor verbindingen tussen organisaties in de regio. Voor CCE is er een makelaarsrol weggelegd als we organisaties kennen en weten welke kennis ze in huis hebben. Ook dat is veel eenvoudiger te realiseren nu we structureel beter zicht hebben op ons netwerk”.