Hoe belangrijk is iemands levensverhaal in de zorgverlening? Kan het levensverhaal probleemgedrag verklaren? Voor CCE-consulent Els Teune is het levensverhaal de echo die altijd meedoet: "Iemand ís zijn levensverhaal. Oh, mevrouw is al dertig keer verhuisd? Ja, dan snap ik wel dat ze zich niet wil binden."
Tijdens een van haar consultaties in de ouderenzorg werd Els Teune, CCE-consulent en mede-eigenaar van Teamsaanzet, door een passerende bewoner in de gang tot stilstand gedwongen. Dreigend en boos had de man herhaaldelijk geroepen dat ze niet mocht bewegen, stil moest blijven staan en moest uitkijken. Het duurde in totaal zo’n drie minuten. Minuten waarin het voor Els duidelijk werd dat de man niet in het hier en nu was.
"Ik luisterde en volgde zijn bevelen op, maar voor veel zorgmedewerkers is drie minuten stilstaan geen optie. Zij zijn daar veel te druk voor. Tegen de zorgmedewerkers die niet luisterden, werd door hem nog wel eens fysieke agressie gebruikt en daarom werd CCE ingeschakeld." Toen Els het voorval met het team van zorgverleners besprak, kreeg ze als reactie dat hij ‘dat altijd doet’ en hij is ‘nu eenmaal agressief’. Zelf gelooft ze daar niet in, vertelt ze, dat iemand ‘nu eenmaal agressief is’ en zonder reden probleemgedrag vertoont.
Het kwartje viel
Dus ging Els, samen met het team, op zoek naar antwoorden. Wat weten we eigenlijk van deze meneer? Wie is hij? Wat zijn belangrijke gebeurtenissen in zijn leven geweest die bepalend kunnen zijn voor dit gedrag? "Het team wist het niet. Tot we met de broer van de man spraken, meer te weten kwamen over de levensgeschiedenis en te horen kregen dat het weleens om een oorlogstrauma zou kunnen gaan. De man zat vroeger in het leger en moest mijnen opsporen. Toen viel bij ons allemaal het kwartje. In zijn beleving was de man ons aan het beschermen op zulke momenten. Wat logisch, dachten we."
Compassie en erkenning
"Dat is precies wat je met het levensverhaal bereikt", vervolgt Els. "Meer begrip, meer compassie, maar ook meer erkenning voor hoe iemand is omdat je kijkt naar life-events die iemand vanuit zijn of haar socialisatieproces kenmerken. Wat maakt dat iemand altijd aan het zorgen is, kritisch is of commandeert? Weten wij voldoende van het leven van een cliënt om bepaald gedrag, bijvoorbeeld probleemgedrag, te verklaren? Wat weten we eigenlijk echt van de mensen aan wie we zorg verlenen? Oh, mevrouw is al dertig keer verhuisd? Ja, dan snap ik wel dat ze zich niet wil binden."
Vragen stellen is niet brutaal
Uit ervaring weet Els dat het vaak voorkomt dat zorgverleners niet genoeg weten over hun cliënt, althans niet over levensbepalende gebeurtenissen of hoe iemand gesocialiseerd is. Stel maar vragen, is haar advies. Wees maar nieuwsgierig en vraag door. Vragen stellen is niet brutaal. "Hoewel het wel netjes is om het even voor te leggen; vindt u het goed dat ik wat aanvullende vragen stel? Vaker geeft dat eerder erkenning en een fijn gevoel dan dat het als vervelend ervaren wordt. Iemand wordt gezien en gehoord."
Formaliteit
In de ouderenzorg zijn zorgprofessionals gewend om de levensgeschiedenis van iemand op te halen, omdat iemand binnen de ouderenzorg vaak van een onafhankelijke in een afhankelijke situatie komt. Medewerkers in deze sector worden hierin geschoold, geeft Els aan. Toch merkt ze dat het een formaliteit is geworden. "De informatie over de levensgeschiedenis in het dossier is vaak summier of oppervlakkig. Dat mevrouw broers, zussen en kinderen heeft, zegt mij niet zoveel. Maar weet je hoe de band met de familie is en de band tussen de familieleden onderling? Wat doet het systeem hierin en welk gedrag zien we hieruit voorkomen en wat vertelt dat gedrag ons? Als je op die manier kijkt, dan heeft het levensverhaal altijd meerwaarde. Dan is het niet langer een formaliteit."
Iedereen heeft een levensverhaal
In de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg ligt de focus op begeleiding en behandeling, waardoor het ophalen van de levensgeschiedenis toch wat sneller vergeten wordt, ervaart Els. "Maar ook hele jonge kinderen hebben al een levensverhaal." Ze vertelt over een jongetje van drie jaar oud met het syndroom van Down. Een jongetje dat veel agressie vertoonde bij lijfelijk contact: bijten, krabben, slaan, spugen.
Het orthopedagogisch dagcentrum en ouders schakelden ten einde raad CCE in. Els voerde de gesprekken. Het jongetje bleek te vroeg geboren, maandenlang in een couveuse te hebben gelegen en in de eerste week van zijn bestaan al meerdere operaties te hebben gehad. "Elke keer als de ouders en de grootouders op bezoek kwamen in het ziekenhuis, hadden ze lijfelijk contact met het jochie dat in de couveuse lag. Dan lieten ze hem tegen hun hand liggen. Eenmaal thuis bleek hij steeds agressiever te worden als hij op schoot zat.
Uiteindelijk ontdekte ik dat hij pijn en fijn bij elkaar bracht. In het ziekenhuis was het fijn om tegen de hand aan te liggen, maar de behandelingen deden pijn. Thuis en op het orthopedagogisch dagcentrum was het op schoot zitten fijn, maar moest hij iets doen omdat hij van niemand een negatieve reactie kreeg. Toen zijn we gaan onderzoeken of hij pijn en fijn met elkaar geassocieerd had. Elke keer mocht hij heel even op schoot en net voor hij zou gaan krabben, bijvoorbeeld, ging hij van schoot af. De periodes dat hij op schoot kon zitten, werden na verloop van tijd steeds langer en hij liet steeds prettiger gedrag zien. Zo leerde hij fijn en pijn te scheiden. Binnen een paar maanden nam dat negatieve gedrag extreem af. Fantastisch!"
Juiste aansluiting
Het levensverhaal van iemand kan niet alleen helpend zijn als er al probleemgedrag is geconstateerd. Het kan ook probleemgedrag voorkomen. Els geeft een ander voorbeeld. "Sommige mensen houden er niet van om gezamenlijk te eten, maar moeten dat wel als ze in groepsverband wonen. Waarom? Omdat het gezellig is? Misschien voor degene die heeft bedacht om samen te eten, maar niet voor deze persoon. Als je dit weet en je laat iemand apart eten, dan voorkom je ellende. Apart eten is niet zielig. Deze persoon hoeft niet apart te zitten, hij of zij wil apart zitten. Dat is nogal een verschil. Dwing je iemand wel om gezamenlijk te eten, dan weet ik zeker dat deze persoon gaat ageren. En naarmate je vaker dwingt, wordt het gedrag negatiever. Dit weet je dus alleen als je je verdiept in de persoon. Wat zijn situaties of gewoontes die van belang zijn voor de zorg en ondersteuning? Wat moeten we weten om een goede aansluiting te vinden en de juiste begeleiding te creëren?"
Echo
In al haar consultaties is het levensverhaal als het ware een echo die continu meedoet, vertelt Els. "Iemand ís zijn levensverhaal." En dus moet dat een plekje krijgen in het dossier, maar wel op zo’n manier dat een verzorgende zo snel mogelijk de kern van het levensverhaal te pakken krijgt. Hoe de vastlegging plaatsvindt, is afhankelijk van de manier waarop een zorgorganisatie de rapportage en een zorgdossier heeft opgebouwd, en van de werkwijze binnen een team. Net zoals het per team of per cliënt kan verschillen hoe je een levensverhaal ophaalt: bijvoorbeeld door het stellen van vragen, door het opstellen van een tijdlijn of door een reconstructie van het socialisatieproces.
Bepalende highlights
Belangrijke voorwaarden zijn dat het levensverhaal compact is en bestaat uit highlights uit iemands leven die van invloed kunnen zijn op het gedrag - "zeker geen drie kantjes tekst, omdat geen zorgmedewerker tijd heeft om dat te lezen". Bovendien is het van belang wat een cliënt wel en niet wil laten opnemen in zijn dossier. "Soms willen mensen wel iets aan mij vertellen, maar willen het niet in het dossier", vertelt Els. "Ik vraag dan of ik een opmerking in het dossier mag zetten dat iemands levensverhaal belangrijk is voor de begeleiding en dat begeleiders daar naar mogen vragen."
Als er verwanten zijn en ze willen meewerken aan een levensverhaal, dan is dat mooi. Dit kan weer andere en nieuwe inzichten geven. Maar soms ook niet, waarschuwt Els. "In de jeugdzorg bijvoorbeeld hebben kinderen soms veel problemen met de verwanten. Dan is het niet verstandig om hen samen in een kamer zetten."
Werken vanuit relatie
Els adviseert om niet alleen bij nieuwe cliënten het levensverhaal op te halen, maar sowieso bij alle cliënten meerdere keren per jaar. En juist ook bij de mensen die al langer binnen een organisatie wonen. "Dan is het niet alleen kijken naar het persoonlijke levensverhaal, maar ook naar het levensverhaal van die persoon binnen de organisatie. Geheid dat dan kwartjes gaan vallen waarom bepaald gedrag wordt vertoond."
Het is niet een kwestie van harder werken, maar anders werken, nuanceert zij: werken vanuit de relatie in plaats vanuit de instrumenten. "En dat is uiteindelijk wat zorgmedewerkers willen. Daar draait het om in de zorg. Je gaat anders kijken en doet een ander daar veel meer recht mee. Dat is zo essentieel. Voor iedereen, maar helemaal voor mensen in afhankelijke relaties. Nee, het levensverhaal is niet de oplossing voor probleemgedrag, maar kan zeker een bijdrage leveren aan het verminderen ervan."
Tekst door: Ronella Bleijenburg
Dit artikel verscheen in december 2022 in het themanummer 'Probleem ≠ gedrag' van SOZIO (jaargang 27 - nr. 4).