Al ruim tweeënhalf jaar lang trekken Casper als hoofdpersoon en ik als WAVE outsider-onderzoeker samen op. Het is nu herfst, oogsttijd, en een natuurlijk moment om terug te kijken.
WAVE is voor mij het langstlopende, intensiefste, meest leerzame en persoonlijkste project ooit. Ik dompelde me onder in een onbekende wereld en mocht binnentreden in levens waar de meesten van ons over lezen of een documentaire over zien. Als outsider-onderzoeker werd ik gevraagd me helemaal in te zetten: "Met wie je bent, wat je weet en wat je kunt". Ik deed dat met mijn hele wezen: hoofd, handen, hart en ziel.
Project WAVE heeft mij diepgaand veranderd. Ik kijk anders naar de ander, mezelf, mijn vak en de wereld. Ik ben nieuwsgieriger, heb meer eerbied voor wat ik niet ken, ik ben zowel moediger als blijmoediger als ik de ander tegemoet treedt. In dit blog vertel ik over nieuwsgierigheid en eerbied.
Nieuwsgieriger in het aangezicht van het onbekende
Mijn eerste ontmoeting met Casper in april 2019 is eenzijdig: ik bekijk hem nieuwsgierig en hij besteedt totaal geen aandacht aan mij. “Ik lijk wel lucht voor hem”, verzucht ik. "Oh, maar dat doet hij bij iedereen", verzekeren zijn begeleiders.
In Project WAVE heet dit moeilijk verstaanbaar gedrag. Dit is voor mij een geheel nieuwe en fascinerende manier van kijken. De ander doet iets en de vraag aan mij is: hoe begrijp je – versta - je wat er nu gebeurt? Ik word uitgenodigd om niet te focussen op Casper en wat eigenaardig, ongepast of lastig aan hem zou zijn. Nee, ik ben gedwongen om te onderzoeken hoe ik zijn gedrag zou kunnen verstaan: wat betekent wat hij doet? En mijn eigen oordeel en reactie moet ik daar los van zien.
De ontmoetingen blijken voor mij voortdurend moeilijk te verstaan. Een bal, rammelaar, steentje schoppen of aanraken, welk initiatief ik ook nam, er ontstaat geen spel of interactie. Wat ik ook doe, al mijn acties - met alle goeie bedoelingen - hebben geen merkbaar effect op hem of op ons samen. Gaandeweg weet ik niet meer wat te doen en groeit mijn onmacht: "Wat kan ik hier in hemelsnaam bijdragen?". Ik krijg geen grip op de situatie, schiet weinig op en boek onvoldoende resultaten. Omgaan met de combinatie van niet-weten en onmacht is waarschijnlijk een van mijn grootste opgaven in deze twee jaar. En zo voelt elk bezoek weer alsof ik het onbekende instap. Mijn ouders leerden me: als je het niet meer weet, gebruik dan je nieuwsgierigheid.
Vragen stellen, open staan en verkennen; ik weet dat nieuwsgierigheid een grote kracht van mij is, maar ik heb nog niet eerder meegemaakt dat ook die vermoeid kan raken. En dan maakt nieuwsgierigheid plaats voor verklaringen (“Het ligt aan zijn niveau"), wanhoop (“het maakt niet uit wat ik probeer.”) of irritatie (“Het is belachelijk dat ze mij dit vragen“). Maar wat ik ook van de situatie vond, hoe ik me ook voelde of wat ik ook bedacht, Casper zijn reactie veranderde niet.
Opgeven komt niet in mijn woordenboek voor, ik ga daarom mijn nieuwsgierigheid oefenen. Met aandacht en toewijding dwing ik mezelf steeds opnieuw om open te staan voor wat er gebeurt om opnieuw te kijken, mijn oordeel op te schorten en anderen te vragen wat zij zien. Ik vecht tegen de onmacht als ik niet meer weet wat ik nog kan doen. Ik worstel met verveling, als ik iets voor de tiende keer probeer.
Het vroeg ruim anderhalf jaar van Casper en van mij om samen een vorm van nabijheid te vinden: we zitten nu in de snoezel (vaak met het licht uit), schommelen en zitten of lopen naast elkaar. Ook dan nog weet ik nooit helemaal zeker hoe het contact te verstaan. Want opeens springt hij op en stuift hij weg. Hij laat in hele kleine dingen en op korte momenten verbinding zien.
Onbedoeld werpt de verjaardagskaart van mijn 83-jarige moeder de schijnwerper op wat ik in Project WAVE het meeste heb leren gebruiken: 'Blijf nieuwsgierig!' WAVE is voor mij een proeve van nieuwsgierigheid.
Eerbiediger voor wat simpel lijkt
In mijn eerste maand als outsider-onderzoeker schrijf ik: “Het werk van de begeleiders bestaat uit zorgen zoals ouders dat doen: aankleden, eten maken en wassen.“ Wat ik wel denk, maar niet opschrijf: “Behoorlijk simpel. Is dát nu alles? En ook best saai.“
Ik begrijp dan nog niet dat de jongens in deze wereld sneller veranderen dan een blad aan een boom in een herfststorm. Hun gedrag slaat onverwacht om, soms met agressie. Vaak in directe wisselwerking met een van de zes andere bewoners en twee of drie begeleiders. Of als reactie op het natte weer of de schrik van een voorbij scheurende motorfiets.
Mijn eerbied groeit
Langzaam onthult zich aan mij hoe veeleisend, gelaagd en ook complex dit vak van begeleiden is. Je cliënt heeft geen woorden om zich uit te drukken en zijn frustratie kan zich opeens ontladen in woede, knijpen of grijpen. Je lichamelijke veiligheid is nooit helemaal zeker en hangt af van een bliksemsnelle inschatting en interventie van jezelf of je collega.
Dit is niet simpel en nooit saai. Mijn eerbied groeit verder.
Dit werk blijkt vaak te lijken op dat van de brandweer, politie of ambulance. Maar: er zijn geen vlammen, sirenes of pistolen. Het ziet er niet stoer uit en de status is niet hoog. Het werk mixt duidelijkheid bieden, voorspelbaar zijn, improviseren en probleem oplossen. Het vraagt als professional geduld, openheid, interesse, zorgvuldigheid, en creativiteit. En als mens moet je taai zijn, kunnen lachen om jezelf, houden van mensen en verantwoordelijkheid willen dragen. En het vraagt héél veel oefenen. Want je kunt het alleen leren door doen.
Mijn eerbied groeide verder. Beschaamd kijk ik terug op mijn eerste indrukken en oordeel. Ik bedenk dat dit helaas een punt is waar de meeste mensen nooit voorbij zullen komen. Simpelweg omdat deze wereld met moeilijk verstaanbaar gedrag lastig te leren kennen is.
Mijn eerbied zit ook in het kleine
In juli 2021 neem ik op de groep spontaan de taak op me om de middag limonade en koffie met koekjes op te dienen "Eitje", dacht ik. Ik heb het al tientallen keren meegemaakt en geholpen. Zelf de verantwoordelijkheid dragen blijkt echt anders. Binnen 10 minuten gaan er drie bekers om in de zithoek, is de snoeppot bijna leeggegraaid, heeft een van de jongens thee die hij niet wil en heb ik besloten welke koekjes de jongens gaan eten. Terwijl ze zelf koekjes mogen kiezen. Het team debrieft me met plezier: “Ja, niet zo raar, je stond op de verkeerde plek waardoor je geen overzicht had. Dan gaan bekers om.“, "We vragen altijd welke koekjes ze willen. Handig om dat te doen voor het drinken er is.", "Als een medebewoner van Casper zijn eigen thee kiest, drinkt hij het altijd in een keer op. Anders wordt het een dingetje." De limopauze ziet er zo achteloos uit, maar ik bekijk hem nooit meer lichtvaardig
Op 19 oktober 2021 bezocht ik Casper na enige weken weer. Het was goed hem, de begeleiders en zijn medebewoners weer te zien. In de auto naar huis begon ik na te denken over dit blog. Ik wist toen nog niet dat ik die dag door een van de bewoners besmet was met COVID-19 en dat ik dit verhaal zou schrijven in isolatie thuis. Ik kijk nu met eerbied en nieuwsgierigheid naar hoe mijn ziekte zich ontwikkelt.