Overslaan en naar de inhoud gaan

Speciale zorgklas organiseren

Ook een kind dat door zijn gedrag niet meer kan functioneren op school heeft onderwijs nodig, en contacten met leeftijdsgenoten. Een speciale zorgklas kan de oplossing zijn. Er zijn veel partijen nodig om zo’n klasje te organiseren. Die moeten goed samenwerken en bereid zijn om risico’s te nemen, zo blijkt uit het verhaal van Sem.

 

Veel diagnoses

Sem (10) is een bijzonder kind, vertelt zijn moeder Nicole. ‘Hij ontwikkelde zich niet zoals dat volgens het boekje zou moeten. Toen hij twee werd begonnen we ons zorgen te maken. Hij praatte bijvoorbeeld nog niet.’ Vele al dan niet voorlopige diagnoses volgden in de loop der jaren: een autismespectrumstoornis, hoog-sensitief, een ontwikkelingsachterstand en ADHD.

In elk geval ging het niet goed op de school in het speciaal basisonderwijs waar Sem naar toe ging. Op zijn zevende moest hij worden opgenomen in een jeugdpsychiatrische instelling. ‘Hij beschadigde zichzelf. We moesten als ouders echt wat doen.’ Daar verbleef hij negen maanden. Tegen het einde van dat verblijf haalde de instelling er een externe deskundige via CCE bij voor een consultatie over de diagnostiek en het vervolgtraject.

Prikkels

‘Wij keken vooral naar Sem vanuit zijn behoeften’, vertelt CCE-consulent en orthopedagoog Yvette Dijkxhoorn. ‘Hij heeft veel nabijheid en sturing door volwassenen nodig, en de aanwezigheid van zijn ouders. Mede als gevolg van gehechtheidsproblemen, hij moet heel erg aan mensen wennen. Met vertrouwde mensen om zich heen voelt hij zich veiliger.’ Verder concludeerde zij dat Sem niet makkelijk in een hokje geplaatst kan worden. ‘Hij heeft heel basaal moeite om met prikkels om te gaan en om zichzelf staande te houden. Dat maakt leren moeilijk. Een van zijn sterkste punten is het aangaan van relaties met anderen. Daarom twijfelen we of de diagnose autismespectrumstoornis wel de juiste is.’

Daarbij is Sem intelligenter dan de meeste kinderen in het speciaal onderwijs, en ‘wil hij wel alles doen’. ‘Hij stormt overal op af, en kan het dan niet hanteren.’ Moeder Nicole: ‘Hij is te intelligent voor een cluster-3 school voor kinderen met een verstandelijke beperking, maar past door zijn prikkelgevoeligheid ook niet goed op een cluster-4 school voor kinderen met gedragsstoornissen of een psychiatrische aandoening.’

Uitzonderlijk ingewikkeld

Toch ging Sem tijdens en na de opname weer naar school. In eerste instantie in de stad waar de psychiatrische instelling was, vervolgens in de regio waar het gezin woont. Dat ging weer niet goed. ‘Uiteindelijk bleek de vraag van Sem lastig te beantwoorden door de school’, zegt Yvonne Schuppers, zorgcoördinator van Sem. Zij werkt bij zorgorganisatie Zuidwester, waar Sem in behandeling is. ‘Ook met de adviezen van CCE lukte het niet Sem op school te houden. Hij heeft bijzonder veel maatwerk nodig.’

Daarop besloten de ouders, in overleg met de leerplichtambtenaar, Sem van school te halen. Wat volgde was een bijzondere samenwerking.

Voorschot

‘We werken met 13 mensen samen aan oplossingen voor Sem, waarin we zorg en onderwijs combineren’, vertelt Nicole. ‘Daarbij zijn onder meer een vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband van scholen, een leerplichtambtenaar, een arts voor verstandelijk gehandicapten, Yvonne Schuppers van Zuidwester, een onderwijsconsulent van het ministerie, iemand van de Inspectie van het Onderwijs en Yvette Dijkxhoorn van CCE.’

Die groep werkt goed samen, en de verschillende instellingen zijn niet bang om risico’s te nemen. Zo geeft de gemeente een voorschot toen het PGB voor één-op-één begeleiding voor Sem nog niet rond was, en zet Zuidwester een sensorische integratie therapeut in die veel tijd aan Sem besteedt. Yvette: ‘Die kijkt goed naar wat Sem aankan, naar welke activiteiten bij hem passen. Haar inzichten vormen de basis voor het dagprogramma. Zuidwester nam ook een risico door een vrijwilligster in dienst te nemen die Sem eerder begeleidde, en een heel goede band met hem had.’

Goede samenwerking

Die goede samenwerking had resultaat. Yvonne: ‘Op dit moment heeft Sem een programma op maat van tien dagdelen, verzorgd vanuit Zuidwester. Dat bestaat onder andere uit therapie, schoolvaardigheden, sport en spel, ontspanning en het leren spelen met andere kinderen.’ Het programma vindt onder andere plaats op een locatie van Zuidwester. Yvette: ‘Het is belangrijk dat Zuidwester een gratis ruimte heeft aangeboden waar een deel van de dagbesteding plaats kan vinden. Want dat is vaak een probleem: er is wel geld voor de dagbesteding, maar niet om een ruimte te huren.’

Verder is de medicatie afgebouwd, en werpt de psychomotorische therapie vruchten af. Yvonne: ‘Sem oefent met zaken als lichaamsbesef, zich houden aan afspraken en het verbeteren van zijn oriëntatie. Daarmee gaat het dagelijks leven beter.” Het gaat nu goed met Sem, maar er komen zeker ook terugvallen, realiseert Yvonne zich. ‘De goede samenwerking maakt dat we snel kunnen schakelen. Dat is heel belangrijke winst van het traject.’

Zorgklasje

Yvette: ‘Pas als het zorgklasje echt van start gaat weten we wat Sem aankan. Dat moeten we langzaam gaan uitproberen, om te beginnen met één kind ernaast. We moeten zien waar we uitkomen. Misschien kan hij vier of vijf klasgenoten aan.’ Daar zit ook een financiële kant aan. ‘Als zes wel financieel haalbaar is, maar vijf niet, moet je dat gaan proberen.’ Yvonne: ‘Je kunt ook denken aan een constructie met, naast de leraar, een vertrouwde klassenassistent die Sem opvangt zodra hij het moeilijk heeft in het klasje, de andere kinderen hebben natuurlijk ook een eigen problematiek.’

Hoewel het proces nog lang niet voltooid is, kijkt ze tevreden terug op het eerste deel. ‘We hebben, buiten de bestaande kaders en geldstromen om, gedacht vanuit de behoeften van Sem. Dat is echt nodig bij dit soort bijzondere casussen.’ Ook de ouders zijn tevreden met het voorlopige resultaat, vertelt moeder Nicole. ‘Zonder CCE waren we niet geweest waar we nu zijn. We hadden nog maar heel weinig vertrouwen in onszelf en onze opvoedingsmethodes toen CCE er bij kwam. Ze hebben ons bevestigd in onze aanpak, en heel concreet geholpen.’