Verstandelijke beperking en zelfverwonding

Handen uit de mouwen voor Mitchell

Mitchell is 10 jaar en erg nieuwsgierig. Hij heeft een ernstige verstandelijke beperking en autisme. Voor zijn ouders is het zwaar als Mitchell thuis is, omdat hij continu wil worden vastgehouden, en zichzelf vaak hard slaat en krabt.

Na een tijd wordt een kinderdagcentrum gevonden, waar Mitchell vijf dagen in de week naar toe kan. Aanvankelijk gaat het goed op het dagcentrum, hoewel Mitchell zijn handen meestal onder zijn vest houdt, zodat hij zichzelf niet kan slaan of krabben. Maar na een klein jaar gaat het steeds slechter. Hij is ongelukkig, schreeuwt en huilt veel, en hij krabt en slaat zichzelf. Ook voor de begeleiders is zorgen voor Mitchell erg zwaar.


Op een gegeven moment wordt het voor iedereen te veel en wordt besloten om de probleemsituatie fundamenteel aan te pakken. Een van de belangrijke succesfactoren daarbij was het vertrouwen tussen en de samenwerking met moeder. Dat was niet altijd gemakkelijk, zo vertelt moeder in een interview dat in deze casus is opgenomen, bijvoorbeeld toen Mitchel met blauwe plekken van het zichzelf slaan thuiskwam toen hij al 1-op-1 begeleiding had. Ook Nienke, de 1-op-1 begeleidster komt in het interview aan het woord waarin zij vertelt hoe zij de begeleiding van Mitchell en de samenwerking met moeder heeft ervaren.

Wieneke Penninga laat met deze casus zien dat zelfs ernstig zelfverwondend gedrag kan worden omgebogen en dat daarbij vertrouwen in de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind én in de goede intenties van alle betrokkenen essentieel zijn voor een goede afloop van het verhaal.

 

Dit project is mogelijk gemaakt door Fonds NutsOhra.

NutsOhra geeft financiële ondersteuning aan projecten op het gebied van de gezondheidszorg en heeft daarbij voorkeur voor projecten die leiden tot verbetering van kwaliteit van leven van mensen met een ziekte, beperking of risico.

http://www.fondsnutsohra.nl