Het belang van dagbesteding
Chantal Koopmans werkte lang in de gehandicaptenzorg voor mensen met veel gedragsproblemen. Nu is ze aan de slag bij GGNet, een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg in Gelderland. Dagbesteding ligt haar na aan het hart. Bij GGNet haalde ze de dagbesteding ooit terug naar de afdeling: ‘dagbesteding kan heel goed gebruikt worden in de behandeling van cliënten’.
Waarom is dagbesteding zo belangrijk?
“Er zijn zoveel redenen waarom dagbesteding waardevol is! Je maakt je nuttig, het geeft leven zin en het maakt je ook letterlijk moe waardoor je minder energie hebt voor probleemgedrag. Je kan trots zijn op wat je bereikt. Dagbesteding brengt mensen letterlijk in beweging. Ik denk dat werk voor iedereen belangrijk is. Het geeft ritme en een reden om uit bed te komen. Het geeft je de mogelijkheid om vaardigheden te ontwikkelen; het biedt afleiding van het lijden. En je komt in contact met andere mensen met wie je om moet gaan. Als je werkt, heb je ook je rust verdiend. Als ik zelf hard gewerkt heb, voel ik me voldaan en tevreden. Dan kan ik ook makkelijker ontspannen. Blijf dus doen wat je kan, dat is gezond!”.
Hoe vertaal je inzichten uit de gehandicaptenzorg naar de ggz?
“Toen ik in de ggz begon, schrok ik enorm van het ontzettend lege bestaan van veel cliënten die daar verbleven met chronische problematiek. In de gehandicaptenzorg zijn dagcentra goed georganiseerd en gefinancierd. In de ggz is lange tijd een strikt onderscheid gemaakt tussen verblijven en behandelen. Ik vind dat men daarin te ver is doorgeschoten. De dagbesteding op het eigen terrein heb ik teruggehaald naar de afdeling. Dagbesteding kan heel goed gebruikt worden in de behandeling: je kan iemand observeren in een andere omgeving. En omdat iemand op de werkvloer vaak zijn goede kanten laat zien in plaats van zijn ziektebeeld, geeft het mogelijkheid om aan te sluiten bij zijn talenten. Het grote verschil met de gehandicaptenzorg vind ik, dat je te maken hebt met mensen die het moeilijk vinden om zich te motiveren. Ze zien bijvoorbeeld soms de noodzaak niet om uit bed te komen of om afspraken na te komen”.
Werkt dagbesteding goed voor alle groepen cliënten?
“In de ggz is veel aandacht voor arbeidsintegratie en daar wordt ook veel succes geboekt. Tegelijkertijd is er een groep cliënten met chronische problematiek die ons in verlegenheid brengt. Zij krijgen te weinig aandacht. Toch is ook voor hen goede dagbesteding van belang. We hebben hier bijvoorbeeld een man die zeer intensieve behandelingen heeft ondergaan. Er was erg veel begeleiding voor hem nodig. Hij werd incontinent. Medicatie sloeg niet aan, cognitieve gedragstherapie hielp niet. Eigenlijk werd hij als ‘onbehandelbaar’ beschouwd. Toen hebben wij CCE erbij gevraagd. Zij stelden een intensieve dagstructuur voor. Hij ging steeds werken, met één-op-één begeleiding. En hij ging zienderogen vooruit! Hij is zelfs niet meer incontinent”.
Vaak wordt gezegd dat dagbesteding duur is.
“Het is ook duur. Maar een psychiater is ook duur. En bewaking is ook duur. Je maakt gewoon bepaalde kosten. Je kunt geld maar één keer uitgeven. Dan geef ik het geld dat eerst naar beveiliging ging, liever uit aan iets wat tot afname van gedragsproblemen en meer kwaliteit van leven leidt”.
Hoe zie je de rol van CCE bij dit thema?
Binnen de ggz kan CCE een waardevolle bijdrage leveren door de inzet van coaches. Zo kunnen we meer mensen helpen om weer deel te nemen aan een dagstructuur. Het grote probleem in de ggz is, ik zei het al eerder, dat mensen soms niet willen meedoen aan dagbesteding. Het zijn volwassenen met een eigen keuze. We moeten ze dus kunnen motiveren zonder dwang. Kennis is er genoeg, maar de vaardigheden ontbreken zo nu en dan nog. Videoanalyse kan hierin een rol spelen, het coachen van begeleiders, maar ook hulp bij het daadwerkelijk maken van een weekprogramma. En de ontmoetingen die CCE organiseert, waar je van elkaar kunt leren, vind ik heel waardevol”.