Geweldloos verzet in gezinnen met een jongere met gedragsproblemen lijkt effectief, aldus een metastudie van Omer en Lebowitz uit 2016. Het leidt tot minder escalaties tussen ouder en jongere en tot minder onmacht bij ouders. Ook in de jeugdhulp wordt deze methodiek al jaren toegepast. En met succes. Wat gebeurt er als begeleiders uit de verstandelijk gehandicaptenzorg deze methode inzetten? Klinisch psycholoog en CCE-consulent Hans Bom heeft een praktijkvoorbeeld.
De focus van Geweldloos verzet is het verminderen van de onmacht van ouders en begeleiders die te maken hebben met een jongere met gedragsproblemen. De methodiek richt zich dus niet in eerste instantie op het verminderen van probleemgedrag. Door verzet te plegen (= niet toegeven), maar ook geen strijd aan te gaan, blijkt probleemgedrag in veel gevallen te verminderen. Maar makkelijk is dat niet.
Geweldloos verzet gaat uit van drie principes:
- Contact maken: De ouder/professional blijft zijn verantwoordelijkheid nemen door contact met de jongere/cliënt te blijven maken.
- Openheid: Daarnaast wordt openheid gecreëerd naar het sociale en professionele netwerk van de jongere/cliënt. Alle betrokkenen weten dus van het gedrag en hoe daar op gereageerd wordt.
- Wederzijds respect: En ten slotte blijven ouders en professionals respectvol en blijven zij streven naar verzoening. En van de jongere verwachten zij ook een respectvolle bejegening.