Janita van der Vinne, coördinator CCE en projectleider 'Op Maat'
Begin 2019 is de projectgroep Op Maat aan de slag gegaan. De oorspronkelijke opdracht is vastgelegd in twee programma’s, Gehandicaptenzorg (GZ) en VVT, maar geldt voor heel CCE: beter kennen ván, en aansluiten bíj de behoeften die de partners van CCE hebben ten aanzien van consultaties en kennisproducten. Janita van der Vinne is projectleider van deze impactvolle groep. Ze kijkt terug op een jaar van informatie vergaren, en inventariseren. De hoeveelheid beschikbare data die daaruit is voortgekomen is groot en vormt de input voor concrete acties die dit jaar hun beslag krijgen.
Evaluaties, analyses en conclusies
Was er een directe aanleiding voor het oprichting van de projectgroep Op Maat? Janita: “Er was een breed gedeeld gevoel dat het goed is om regelmatig te toetsen of je werkmethodes nog passend zijn bij wat er van je gevraagd wordt als organisatie. We kregen signalen, onder andere via evaluaties, waaruit bleek dat aanpassing her en der wenselijk zou zijn. Eén van de eerste acties die we als projectgroep op touw hebben gezet is dan ook de verschillende evaluaties te analyseren, er conclusies uit te trekken en er ook meteen acties aan te koppelen.”
Rode draad in data
Konden jullie een rode draad vinden in de beschikbare data? “Het is duidelijk dat onze consultaties in het overgrote deel van de gevallen bijdragen aan het terugdringen van probleemgedrag en daarmee aan verbetering van de kwaliteit van bestaan van de cliënt. De kansen voor verbetering liggen vooral bij het proces rond de consultatie. Uit de evaluaties blijkt bijvoorbeeld dat onze procedures door sommigen als omslachtig worden ervaren. Denk aan het lange aanmeldingsformulier waar professionals, verwanten of cliënten veel werk in steken, maar ook aan de doorlooptijden van consultaties.”
En inhoudelijk? Zijn er ook aandachtspunten die direct gerelateerd zijn aan hoe we consultaties oppakken? Janita: “Er is behoefte aan meer begeleiding bij de implementatie van CCE-adviezen. Hoe bewegen we ons van theoretische adviezen naar de praktische uitvoering ervan op de werkvloer? En in aansluiting op die vraag, volgt meteen ook de wens naar meer aandacht voor nazorg en follow-up. Hoe zorgen we ervoor dat het geleerde beklijft, ook in wisselende teams? Dat zijn de vragen die ons bezig houden, waar we antwoorden op willen vinden.”