College door professor Rispens

In een college schetst professor Rispens een wetenschappelijk kader voor het gesprek met de Hollandse Meesters dat later zou volgen. In het college bespreekt hij twee wetenschappelijke tradities: de empirisch-analytische traditie en de interpretatieve traditie, en plaatst de Hollandse Meesters in (een van) die tradities. Tevens gaat hij in op de relatie tussen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking enerzijds en wetenschappelijk onderzoek anderzijds.

Jan Rispens

Jan Rispens studeerde pedagogiek in Utrecht. Na zijn promotie vertrok hij naar Groningen waar hij hoogleraar orthopedagogiek werd. In 1990 keerde hij terug naar Utrecht waar hij bleef tot aan zijn emeritaat. Zijn onderzoek richtte zich vooral op de diagnostiek en de (effectiviteit van) behandeling van kinderen met leer- en ontwikkelingsstoornissen. Daarnaast was hij, ook als bestuurder, betrokken bij het ontwikkelen van de organisatie van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de orthopedagogiek.