Idiografische theorie

Om goed aan te kunnen sluiten bij de unieke situatie van elke cliënt, is het van belang om te werken vanuit een idiografische theorie: een op maat gemaakte verklaring van de factoren die in een specifieke context en bij een specifiek persoon een rol spelen. Een idiografische theorie is een theorie (of vermoeden) over hoe gedrag is ontstaan en/of in stand wordt gehouden, opgesteld in samenwerking met de betrokkenen. Daarbij wordt rekening gehouden met iemands unieke geschiedenis, context en kwetsbaarheden. De theorie is gebaseerd op de bevindingen uit eerdere onderzoeken en benoemt de factoren die  (vermoedelijk) bijdragen aan het ontstaan of voorbestaan van het gedrag. Die factoren kunnen betrekking hebben op de persoon zelf, maar ook op de context, de omgeving en de interactie tussen beiden. Zo’n persoonlijke theorie helpt te begrijpen waarom iemand bepaald gedrag vertoont en welke veranderingen kunnen bijdragen aan vermindering van het gedrag.

Doel en functie van een idiografische theorie

Het doel van een idiografische theorie is inzicht te geven in het ontstaan en voortbestaan van gedrag, en zo richting te geven aan passende ondersteuning en interventies. Door samen expliciet te maken welke oorzakelijke, in stand houdende én beschermende factoren het gedrag beïnvloeden, ontstaat een gedeeld begrip van het gedrag. Dit gedeelde beeld helpt zorgprofessionals, begeleiders en andere betrokkenen om gerichte ondersteuning te bieden en interventies af te stemmen op wat in deze specifieke situatie werkelijk nodig is.

Idiografische theorie: altijd in ontwikkeling

Een idiografische theorie is voortdurend in ontwikkeling. Houd daarbij rekening met de volgende punten:

  • Niet iedereen hoeft het volledig eens te zijn met de inhoud van de theorie. Belangrijk is om (tijdelijk) draagvlak te creëren – bijvoorbeeld met de afspraak: ‘Laten we er voorlopig van uitgaan dat deze theorie klopt’- zodat consistent en samenhangend interventies uitgevoerd kunnen worden.
  • Wanneer een interventie niet het gewenste effect heeft, is dat een aanleiding om de idiografische theorie bij te stellen en nieuwe inzichten, inclusief factoren en relaties, te verwerken. De vernieuwde idiografische theorie kan leiden tot nieuwe interventies.
  • De persoon en diens context veranderen voortdurend; een idiografische theorie is dus altijd tijdelijk en moet regelmatig worden herzien.

Hoe ziet een idiografische theorie eruit?

In een idiografische theorie geef je weer welke gedragsbepalende en contextuele factoren bijdragen aan het ontstaan en voorbestaan van bepaald gedrag. Deze weergave kan verschillende vormen aannemen. We noemen er twee die bij CCE-consultaties regelmatig worden gebruikt:

  1. Beschrijvend model – een verhalende toelichting op hoe gedragsbepalende en contextuele factoren bijdragen aan het gedrag. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen oorzakelijke factoren, factoren die het gedrag in stand houdend en versterken én beschermende factoren die het ontstaan of voorbestaan van gedrag tegengaan. Bij deze weergave van de idiografische theorie is het belangrijk dat deze in zijn geheel wordt gelezen en begrepen.
  2. Schematisch model -  een visuele weergave waarin gedragsbepalende en contextuele factoren met pijlen aan elkaar worden verbonden. Hierdoor zie je in één oogopslag overzicht welke factoren een rol spelen en waar interventies mogelijk op aan kunnen sluiten. Een nadeel is dat deze weergave minder precies omschrijft wat de factoren precies zijn en hoe deze werken.

De meest effectieve benadering combineert beide vormen: een precieze beschrijving die de nuance en betekenis van factoren verduidelijkt, aangevuld met een schematisch overzicht voor structuur en inzicht. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in onze Leren van Casussen. Het is goed om te weten dat deze casussen achteraf zijn gemaakt, terwijl het bij een idiografische theorie juist wenselijk is om deze toe te passen tijdens het proces zelf.

De beeldvormer als hulpmiddel

Voor het opstellen van een idiografische theorie kun je gebruikmaken van de Beeldvormer. Deze werkvorm ondersteunt teams bij het gezamenlijk en systematisch in kaart brengen van factoren die van invloed zijn op het gedrag en de context van een persoon. In een interdisciplinair overleg worden gedragsbepalende en contextuele factoren verzameld, geordend en met elkaar in verband gebracht. Vervolgens wordt samen een narratief opgesteld dat beschrijft hoe deze factoren samenhangen en bijdragen aan het vastlopen van een situatie. De Beeldvormer helpt om breed, meervoudig en specifiek te kijken, verbanden zichtbaar te maken en biedt een stevige basis voor het formuleren van een idiografische theorie en het kiezen van passende interventies.

Het gebruik van een idiografische theorie in consultaties

In dit document beschrijven we hoe je de Beeldvormer kunt gebruiken voor het opstellen van een idiografische theorie. Dit stappenplan biedt houvast bij het systematisch in kaart brengen van die factoren en geeft richting aan passende ondersteuning en interventies.