Tamara en outsider-onderzoeker Titus

In Project WAVE stapten 12 outsider-onderzoekers voor twee jaar in 11 vastlopende situaties rondom een hoofdpersoon. De betrokken teams waren regelmatig handelingsverlegen – ondanks trajecten met CCE of andere experts kwamen medewerkers er niet achter hoe de situatie duurzaam weer in beweging te krijgen. 

De outsider-onderzoekers zijn zonder voorinformatie in zo’n situatie gestapt. Zodat ze zelf hun perspectief van de situatie konden vormen. Dit gebeurde in afstemming met hoofdpersoon, insiders en naasten. Lees hoe outsider-onderzoeker Titus met zijn hoofdpersoon Tamara en alle betrokken insiders kennismaakte.

"Tamara is verbaal begaafd, ondeugend, onzeker en diep verdrietig."

Titus' eerste bezoek bij Tamara

“Bij mijn eerste bezoek kwam ik vlak voor het ontbijt. De toenmalige regiebegeleider heeft mij ontvangen en later kwam Tamara bij het ontbijt. Ik vond Tamara vrij normaal. De omgeving met alle bewoners die kriskras door elkaar bezig waren en de georganiseerde chaos heb ik met interesse gadegeslagen. Ik ben later met Tamara mee geweest naar de dagbesteding.

Het onverstaanbare gedrag heb ik pas veel later meegemaakt. Ik heb lange tijd geen idee gehad wat er bij een escalatie of bij zelfverwonding zou gebeuren. Ik achtte het de eerste keer eigenlijk onvoorstelbaar dat Tamara zulke dingen zou doen. Ik vond het de eerste keer erg leuk om een nieuwe wereld binnen te komen. Het viel me op hoe snel ik me thuis voelde en ik aan de omstandigheden gewend was. Ik heb me bij de dagbesteding heel even onzeker gevoeld doordat het gedrag van de bewoners onvoorspelbaar kan zijn, maar dat was snel voorbij.”

 

Notities na tweeënhalf jaar

“Tamara is een meisjesachtige jonge vrouw. Ze doet vaak ondeugend, kan grapjes maken of flauwe opmerkingen. Ze lijkt veel bevestiging te vragen van de omgeving. Ze is verbaal begaafd. Ze kan goed praten en vindt dat ook leuk. Ze zoekt veel contact met anderen door te praten en te vragen. Ze heeft een voorliefde voor datums, zoals van verjaardagen.

Tamara heeft veel verdriet dat erg diep zit. Haar is in het verleden kwaad gedaan, hoewel dat nooit wordt uitgesproken. Tamara heeft een neiging tot achterdocht, maar wanneer ze iemand gaat vertrouwen gaat ze daar erg ver in. In de oefenstof met bewegingsagoog Falko volgt ze hem blindelings. Ze vindt het fijn om een taak te doen, om betekenis te hebben. Ze houdt van muziek luisteren, vooral K3.”

Wat me in het eerste jaar vooral opviel:

"Het begeleidingsteam rond Tamara vormt een hechte groep, waarin iemand/iets van buiten niet zomaar wordt geaccepteerd. Hun contact met andere organisatielagen is moeizaam; ze kunnen wel goed  afstemmen op wat Tamara nodig heeft."

Wat ik (daarna) vooral heb ingebracht:

"Het bevorderen van lichaamsgerichtheid en beweging. En mijn neiging om bewegingen tussen mensen te romantiseren, zoals toen Tamara aan de slag ging met een bewegingsagoog: mag ik deze dans van u?"

Insiders over de impact van Titus:

"Hij was een aanjager van lichaamsgerichtheid en beweging in de begeleidingsteam van Tamara. Ook wakkerde hij het vuurtje aan om als bewegingsagogen de impact van sport en beweging te gaan meten."

Titus' eindproduct

De outsider-onderzoekers vertaalden hun ervaringen en het kennismakingsproces in hun casus op hun eigen manier in een eindproduct of meerdere eindproducten. Creatieve teksten, tekeningen, films en bijzondere ontwerpen, die symbool staan voor het traject of een belangrijk thema in de uitwisseling met de hoofdpersoon, insiders en/of naasten. De eindproduct(en) zijn bedoeld voor de hoofdpersoon zelf, of om insiders te helpen.

WAVE - eindproduct TitusZeven geïllustreerde gedichten en een bewegingsprogramma

In april 2019 ontmoette Titus Tamara voor het eerst. Langzaam leerde hij ook de  wereld rondom haar kennen. Hij kreeg veel respect voor de inzet van de begeleiders. Samen met de bewegingsagoog ontwierp hij een speciaal lichaamsgericht oefenprogramma voor Tamara. En hij schreef zeven gedichten over en voor Tamara. Een collega outsider-onderzoeker maakte daar illustraties bij.

Titus' zoektocht: Kan Tamara leren ontspannen?

Als jeugdbondscoach van de Nederlandse Tafeltennis Bond kreeg ik ooit een prachtig scholingsprogramma van NOC*NSF aangeboden: Mastercoach. Naast dat we uit een enorm aanbod van diverse workshops konden kiezen, waren we ook lid van een intervisiegroep. Samen met bondscoaches uit ander sporten kwamen we een aantal keer per jaar bij elkaar. Tijdens de bijeenkomsten bespraken we cases uit de praktijk van één van ons. Basisvoorwaarde was de vertrouwelijkheid van de bijeenkomsten. Alleen door veiligheid te creëren binnen de groep was het mogelijk om onszelf kwetsbaar op te stellen, onvolkomenheden en fouten toe te geven en te bespreken en van elkaar te leren. Uiteraard ontstond dit gevoel van veiligheid niet in een oogwenk, maar werd dit langzamerhand opgebouwd, tot het vanzelfsprekend werd.

De veiligheid

Jonge spelers, waar ik mee werk, zijn vooral in de puberteit onzeker. Ze zoeken in een steeds veranderend lichaam een moeizame weg door een grote ingewikkelde wereld. Veiligheid voor deze groep kwetsbare mensjes is heilig. Nog meer dan op andere leeftijden draait het er om, dat de begeleiding een omgeving weet te creëren, waarin de spelers zich vrij en veilig voelen. Om als een veelbelovend ‘talent’ je weg te vinden naar de top zul je veel moeten leren. En om te leren zul je fouten moeten maken. Jonge spelers zullen alleen fouten durven blijven maken, wanneer de begeleiding dat toestaat. Spelers die veel willen leren, zullen moeilijke stappen moeten zetten, dat is inherent aan excelleren. Het respect van de trainer en het veilig leerklimaat bepalen voor een groot gedeelte of de speler dit kan blijven opbrengen. Het is aan de trainer om hier consequent aan te werken, tot het vanzelfsprekend is.

De roeping

Als outsider-onderzoeker heb ik in de zorg mijn ogen uitgekeken. Ik zag zeer betrokken begeleiders. In individuele gesprekken vertelden ze mij hun persoonlijke verhalen hoe ze in de zorg beland waren. In de zorg werk je niet zo maar. Dat is een roeping. De één had familieleden die zorg nodig hadden gehad, een ander had een vorm van idealisme om mensen een beter leven te bezorgen. Allen hadden een persoonlijk verhaal waarom ze deze weg hadden gekozen. En ik zag kwaliteit en leergierigheid. Ik ontmoette een open houding, waarin geen onderwerp te moeilijk was. Of te persoonlijk. Ik heb begeleiders in hun kwetsbaarste situaties gezien, geraakt tot op het bot. Schokkende taferelen gingen door merg en been. Situaties waar de wanhoop bij de begeleiding toesloeg. Ik heb toen diep respect gekregen voor de zwaarte van dit beroep en voor de begeleiders zelf.

Ik wens de begeleiding in de zorg een situatie toe, die ik bij de intervisiebijeenkomsten had ervaren, of die ik bij mijn spelers zo goed mogelijk probeer te creëren. Een situatie waarin je fouten mag maken. Een situatie van veiligheid waarin je van elkaar kunt leren, waarin je gesteund wordt om beter en sterker te worden, zodat je weerbaarder wordt tegen de meest zware momenten van je werk, die altijd weer zullen terugkeren.

De werkelijkheid

En toen besefte ik dat de huidige organisaties binnen de zorg deze veiligheid niet of nauwelijks kunnen bieden. Begeleiders in de zorg worden te weinig gezien als medewerkers met een roeping, die iets voor de bewoners willen bereiken. Ze zijn personeel, dat ingedeeld wordt in een groep, een huis, een dienst. De werkdruk neemt toe omdat de budgetten minder worden. Het gevaar op overbelasting of zelfs een burn-out wordt groter. Fouten worden begeleiders door hun meerdere persoonlijk aangerekend, soms om zichzelf in te dekken. Het verloop binnen de teams is enorm. In plaats van het verzorgen van de medewerkers in de zorg, opdat ze gaan bloeien, wordt er roofbouw op ze gepleegd. De teams gaan zich meer op zichzelf richten om die veiligheid zelf te creëren. De communicatie wordt slechter. Er ontstaat een grote zakelijke afstand tot de hogere delen in de hiërarchie van de organisatie, totdat ze vrijwel alle contact verliezen.

Sommige teams overleven als een klein Gallisch dorpje dat dapper weerstand blijft bieden tegen de bureaucratische overheersing. Maar uiteindelijk is de situatie onhoudbaar en gaat die ten koste van iedereen. Het gaat ten koste van de begeleiding, van de organisatie, maar vooral van de bewoners. De bewoners zijn er bij gebaat dat de begeleiding zich veilig voelt en zich optimaal verder kan ontwikkelen. De bewoners voelen feilloos aan hoe de begeleiding zich voelt en zijn daar enorm gevoelig voor. Veiligheid voor de begeleiders is vaak ver te zoeken en zeker niet vanzelfsprekend. En dat raakt me diep.

De oase

Falko is een beweegagoog, waarmee ik samen een fysiek programma ontwikkel om mijn hoofdpersoon beter te leren ontspannen. Mijn hoofdpersoon vertoont zelfverwondend gedrag. Ze heeft zichzelf blind geslagen. Ze heeft vaak een erg verkrampt lichaam. Met een combinatie van fitnessoefeningen, ademhalingstechnieken, ontspanningsoefeningen en houdingen zijn we met haar aan de slag gegaan om haar welzijn te verbeteren. Falko heeft veel aandacht voor mijn hoofdpersoon. Hij heeft geduld als ze iets niet goed doet of niet snapt. Hij praat rustig met haar en stelt haar gerust. Hij neemt de tijd. Hij moedigt haar aan als ze het zwaar heeft en geeft complimenten als ze iets heeft volbracht.

Mijn hoofdpersoon heeft ondertussen geleerd aanwijzingen op te volgen; ze heeft nieuwe oefeningen geleerd; ze heeft geleerd rustiger adem te halen; ze heeft geleerd door te zetten ondanks vermoeidheid; ze heeft geleerd door te zetten ondanks dat ze oefeningen soms niet direct goed uit kan voeren; ze heeft geleerd te accepteren dat Falko haar soms ondersteunt en haar aanraakt; ze heeft geleerd te accepteren dat ze soms een hartslagsensor aan haar oor heeft; ze heeft geleerd om te wachten wanneer Falko nog niet klaar is. En dat alles heeft ze geleerd in een veilige situatie, die Falko heeft gecreëerd en die voor mijn hoofdpersoon vanzelfsprekend is geworden.  

 

Titus, mei 2021

Rust en (over-) prikkeling worden zichtbaar

Beweegagoog Falko ontmoette outsider-onderzoeker Titus voor het eerst in het zwembad van de zorginstelling waar hij werkt. Titus liep op die dag mee met de dagbesteding van zijn hoofdpersoon Tamara en op het programma stond zwemmen. Het eerste contact met Titus noemt Falko makkelijk en informeel: allebei hebben bewegen tot hun beroep gemaakt – dat verbindt en er was dus een klik. Hun samenwerking werd een succes voor Tamara.

Outsider-onderzoeker Titus is bondstrainer tafeltennis en het thema ontwikkeling en groei speelt in zijn werk een grote rol. Al een tijdje had hij de vraag of zijn hoofdpersoon via lichaamsgerichte oefeningen zou kunnen leren te ontspannen. Zou dat haar algemene situatie misschien kunnen verbeteren? Een aanvraag voor beweegagogie was al eerder gehonoreerd. In dat kader kon Titus in samenwerking met beweegagoog Falko een oefenprogramma voor Tamara ontwikkelen en uitvoeren. Door middel van een hartcoherentie meter konden zij objectief meten of Tamara werkelijk baat zou hebben bij het programma. Falko begon met de praktische uitvoering van een intensief 1-op-1 oefenprogramma, dat door Titus gemonitord werd.

Titus en jij werken allebei met sport en beweging, maakte dat een verschil in jullie samenwerking?

"Ja, dat was zeker zo. Normaliter leiden individuele vragen van bijvoorbeeld de fysiotherapeut of de gedragskundige tot aanvragen voor een 1-op-1 begeleiding door een beweegagoog. Wij gaan dan met hen in gesprek en op basis van de specifieke vraag wordt een programma voor de cliënt ontwikkeld. Vervolgens evalueren we samen 3-maandelijks het effect daarvan.

Nu kwam de invulling van het oefenprogramma door Titus tot stand en hij heeft geen ‘zorgblik’. Ik werk zelf sinds 10 jaar in dit vak en ik ben aan de zorgblik en aan de zorgtaal gewend. Door de vragen en voorstellen van Titus merkte ik, dat wat in de zorgcontext ‘normaal gedrag’ genoemd wordt, misschien toch niet altijd zó normaal is.

Ik kreeg door zijn blik een nét andere kijk op Tamara. Normaliter zie ik haar in groepsverband in het zwembad of in de sporthal en nooit op de woning. Ik weet niet hoe haar dagelijks leven daar eruit ziet, dat hoor ik alleen via de begeleiders. Nu hoorde ik van Titus hoe hij haar leven ervaarde en heb ik dus ook andere dingen gehoord."

Is er door de samenwerking met Titus iets nieuws in gang gezet?

"Ja, dat denk ik wel. Op onze locatie werken drie beweegagogen voor ca. 250 bewoners. Wij verzorgen de beweegprogramma’s van de dagbesteding voor diegene die daaraan mee kunnen doen. De mogelijkheden om daarbuiten in het kader van een 1-op-1 behandeling met iemand aan de slag te gaan, zijn doorgaans beperkt. En wij worden ook niet altijd gevonden. Ik denk dat een olievlekwerking uit kan gaan van het succes in ons traject met Tamara. Straks kunnen we de hartcoherentiemeter breder inzetten, waardoor we de mogelijkheid hebben om effecten van beweging op cliënten te laten zien.

Titus paste goed bij de aanpak van ons team van beweegagogen. Wij zeggen altijd: “Doe niet steeds weer hetzelfde, blijf vragen stellen en dingen nieuw en anders proberen. En neem als nieuwe collega niet alles klakkeloos van ons over.”

Wat is er concreet verandert door jullie samenwerking?

"De inzet van de hartslagcoherentiemeter was echt een eyeopener en succes. We konden goed zien wat het positieve effect van de oefeningen (zowel fitness- als ook ontspannings-/ademoefeningen) op Tamara waren. Het zorgteam wil er nu zelfs mee verder gaan op de woning. Zo’n hartslagcoherentiemeter kan helpen om te zien hoe iemand rust, prikkeling en overprikkeling ervaart. Denk bijvoorbeeld aan overgangsmomenten die vaak voor prikkels zorgen, zoals van dagbesteding naar woning. Ik heb daarover nu ook meer contact met de persoonlijke begeleider van Tamara, en hij gaat dit met een collega oppakken. Dit is een proces dat tijd nodig heeft en in goede afstemming moet gebeuren.

Het is fijn dat het hele proces door Titus altijd in onderlinge afstemming gedaan is. Wij voelen ons daardoor allemaal eigenaar van wat er gebeurt, ook nu Titus alleen nog op de zijlijn betrokken is. Het team was er trouwens misschien anders ook wel mee bezig gegaan; misschien waren ze hier ook wel gekomen, maar misschien ook niet. Ze zijn met zoveel dingen bezig. Doordat Titus er was, kwamen dingen in een stroomversnelling, anders had het misschien wel drie of vier jaar geduurd. Ik zie hem en mij echt als aanjager van het proces."

En wat heeft Titus voor jou persoonlijk en voor jouw werk betekend?

"Ik ben door Titus weer meer naar mezelf gaan kijken. Titus heeft bij mij een vuurtje aangewakkerd, dat het verhaal van Tamara er ook toe doet. Je neemt soms dingen voor lief, omdat het nou eenmaal zo gaat. Nu werd ik weer even scherp, aangescherpt. Door Titus ben ik weer even op een andere dan de gebruikelijke manier gaan kijken. Dat heeft Titus voor mij gedaan."