Begrijpen van zelfverwonding begint met meer weten over wat zelfverwondend gedrag is. In ons taalgebruik bestaan er veel 'synoniemen' voor het woord zelfverwonding. Denk aan zelfverwondend gedrag, auto-agressie, automutilatie en zelfbeschadiging.
De diverse termen hebben overeenkomsten, maar ook verschillen. Het krabben en hoofdbonken, zoals te zien is bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking, kan net zo beschadigend of zelfs levensbedreigend zijn als het zichzelf snijden of branden, zoals dat soms in een psychiatrische setting voorkomt. Maar er is ook een verschil.
Intentionaliteit bij zelfverwonding
Een onderscheidend aspect bij vormen van zelfverwonding is intentionaliteit. Bij krabben of hoofdbonken is het aannemelijk dat de persoon zich maar gedeeltelijk bewust is van het feit dat hij dit zichzelf aandoet. Het is geen intentioneel gedrag. Bij snijden of branden is de persoon zich wel bewust van wat hij zichzelf aandoet. In dat geval is er sprake van intentioneel gedrag dat we aanduiden met het begrip automutilatie. Zelfverwonding (of zelfverwondend gedrag) gebruiken we voor gedrag waarvan de persoon zich niet of maar ten dele bewust is. Deze website is gericht op zelfverwonding en niet op automutilatie. Voor automutilatie zijn er andere verklaringen en andere interventies nodig.
Ernstige en aanhoudende zelfverwonding
De ernst van zelfverwonding loopt op van licht tot ernstig. Een indeling van deze oplopende ernst van zelfverwonding is te vinden in het boek 'Zelfverwonding'. De aanpak van zelfverwonding zoals hier beschreven, is gericht op het meest ernstige niveau. Het gaat om zelfverwonding die (bijna) continu plaatsvindt, ernstige schade veroorzaakt en potentieel levensbedreigend is.