Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen over handelen bij zelfverwondend gedrag. Lees alle artikelen om een volledig beeld te krijgen van het methodisch proces voor de aanpak van zelfverwondend gedrag.
Verklaringen voor zelfverwondend gedrag en de daarbij genoemde factoren bieden doorgaans waardevolle aanknopingspunten voor verder onderzoek. Daarom is het van belang om zoveel mogelijk aspecten zorgvuldig en gedegen in kaart te brengen. Dit vormt een belangrijk onderdeel van een breed diagnostisch onderzoek, fase drie van het methodische proces voor de aanpak van zelfverwondend gedrag. Het diagnostisch onderzoek sluit aan bij wat in de voorfase naar voren is gekomen én bij de vervolgvragen die in de strategiefase zijn geformuleerd.
Voor de hand liggende factoren om te onderzoeken zijn onder meer de (emotionele) ontwikkeling en de mogelijke functies van het gedrag. Andere belangrijke factoren zijn: kenmerken van een autismespectrumstoornis (ASS), hechtingsproblematiek, psychiatrische stoornissen, (genetische) syndromen, somatische oorzaken, lichamelijk ongemak en de beleving van prikkels en pijn.
Alle dossiers en gegevens doornemen
In deze fase, van het methodisch proces voor de aanpak bij zelfverwondend gedrag, wordt zoveel mogelijk informatie verzameld. De gedragskundige, arts VG en psychiater doen elk hun eigen deelonderzoek: zij observeren en spreken de persoon en betrokkenen, nemen het dossier en beschikbare gegevens door en gaan op zoek naar ontbrekende informatie. Het onderzoek is gericht op twee vragen:
1. Wat weten we over het functioneren en het zelfverwondend gedrag van de persoon?
2. Wat weten we (nog) niet en moeten we verder onderzoeken?
De deelonderzoeken geven antwoord op de tweede vraag. De resultaten worden gedeeld in het Diagnostisch Kernteam (DKT) en vormen de basis voor de idiografische theorie, die inzicht geeft in het ontstaan en voortbestaan van zelfverwondend gedrag.
Deelonderzoeken
In deze fase doen de gedragskundige, arts VG en psychiater ieder hun eigen deelonderzoek. Hieronder volgt een globale typering en beschrijving van de verschillende deelonderzoeken.
Gedragskundige onderzoekt zelfverwondend gedrag
De vraag aan de gedragskundige is: ‘Wat is het huidige en vroegere cognitieve, communicatieve en adaptieve functioneren van de persoon?’. De gedragskundige richt zich vooral op de aard, frequentie, duur en intensiteit van het zelfverwondend gedrag, evenals op de functie ervan. Daarnaast onderzoekt de gedragsdeskundige de context in relatie tot de functie van het gedrag, met aandacht voor het functioneren van het begeleidend team en andere betrokkenen. Bovendien is onderzoek naar de fysieke omgeving van belang in dit deelonderzoek. Wat is bijvoorbeeld de invloed van licht, lawaai, drukte en geur op het zelfverwondend gedrag. De algemene onderzoeksvragen betreffen het gedrag zelf, de functie ervan, de kwetsbaarheid van de persoon, het niveau van functioneren en de invloed van context en omgeving. Meer over het onderzoek van de gedragskundige.
Arts VG onderzoekt lichamelijke gevolgen zelfverwonding
De arts VG start met het beoordelen of de lichamelijke gevolgen van het zelfverwondend gedrag vragen om direct ingrijpen, behandeling of beschermende maatregelen. Deze risicotaxatie gaat vooraf aan het ‘reguliere’ onderzoek. De registratie van de ernst van de lichamelijk gevolgen, als nulmeting, gaat als tweede onderdeel vooraf aan het onderzoek.
Het ‘reguliere’ onderzoek richt zich op de somatische gezondheid, het functioneren en gedrag van de persoon. Kernvraag is of lichamelijk ongemak of pijn het zelfverwondend gedrag veroorzaakt of in stand houdt. Omdat de pijnbeleving bij mensen met een verstandelijke beperking vaak anders is, kan dit verband zich in uiteenlopende vormen uiten. Ongemak en pijn kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn van zelfverwonding, wat gedetailleerd onderzoek en registratie noodzakelijk maakt. De algemene onderzoeksvragen zichten zich op genetica, medische voorgeschiedenis, huidige medische status, medicatie en prikkelverwerking. Meer over het onderzoek van de arts VG.
Psychiater onderzoekt psychiatrische en psychische factoren zelfverwonding
Bij acute gedragsontregeling beoordeelt de psychiater, net als de arts VG, of onmiddellijke psychiatrische behandeling noodzakelijk is, bijvoorbeeld bij een acute psychose, ernstige depressie of katatonie.
Het onderzoek van de psychiater richt zich op het bestaan van psychiatrische ziektebeelden, de aard en dynamiek van de psychische factoren. Vijf typen factoren staan daarbij centraal:
- Genetisch: zelfverwonding komt vaker voor bij bepaalde syndromen.
- Epigenetisch: fysieke of psychologische factoren kunnen de werking van genen veranderen.
- Hersenontwikkeling: hersenschade komt vaker voor bij mensen met een verstandelijke beperking.
- Endofenotypen: neurobiologische markers kunnen wijzen op een bepaalde aandoening.
- Omgeving: kan zelfverwonding versterken of veroorzaken.
Kritische blik en state-of-the-art
Zelfverwondend gedrag is vaak ernstig en aanhoudend, en er is in de loop der jaren al veel onderzoek naar gedaan. Ervaring uit CCE-consultaties leert dat wat uit onderzoek naar voren komt, niet altijd actueel is. Het komt regelmatig voor dat onderzoeksgegevens uit oudere dossiers worden ‘overgeschreven’. Het is noodzakelijk om bestaande informatie kritisch te bekijken om tot betrouwbare hypotheses te komen over het ontstaan of voortbestaan van de zelfverwonding. Daarnaast is het belangrijk onderzoek uit te voeren volgens de laatste inzichten (‘state of the art’). In veel vakgebieden, zoals genetica, volgen ontwikkelingen elkaar snel op en zijn vaak nieuwe en relevante gegevens te vinden.
Meer weten over de diagnostiekfase? Lees hoofdstuk 3 van het boek ‘Zelfverwonding’.
Handelen bij zelfverwonding
Dé aanpak van zelfverwondend gedrag bestaat niet, want het gedrag is afhankelijk van veel factoren. Handelen bij zelfverwonding vraagt om een methodische aanpak en samenwerking in elke stap van het proces. In een reeks van zes artikelen beschrijven we de stappen van het methodische proces en bieden we handvatten voor toepassing in de praktijk.