Ook heb ik letterlijke citaten van medewerkers toegevoegd aan mijn verslag. Door hun eigen taal aan de bewegingsmechanismen te koppelen, krijg je een mooi, respectvol goed beschreven situatie die misschien soms confronterend is, maar waar niemand omheen kan vanwege de uitspraken die ze zelf hebben gedaan. Het adviesverslag is vanaf dat moment in feite niet meer van mij, maar meer van hen. Daarmee creëer je al beweging. We hebben uiteindelijk het cliëntverslag bij de gedragskundige en de persoonlijk begeleider neergelegd. De andere helft van het verslag is direct naar het management gegaan.
Handvatten voor de begeleiding
De organisatie vindt onze bevindingen verhelderend. Ze zaten in de emotie. Er was veel stress. Daar hebben wij woorden aan kunnen geven door de organisatiedynamieken te benoemen. Op de inhoud kunnen ze zeker verder; de kennis en expertise hebben ze namelijk al lang in huis. Met onze vertaling van de organisatiedynamieken naar de praktijk hebben we ze handvatten gegeven waarmee ze meer kunnen doen voor de cliënt en hem kunnen erkennen in verdriet, trauma en gedrag. En onze erkenning voor hun eigen problemen heeft de medewerkers een gevoel gegeven dat zij de regie mogen voeren, ook richting het management.
Snelheid door een gevoel van urgentie
Ik heb het adviesverslag met zekerheid geschreven, omdat het model ‘Bewegen bij probleemgedrag’ een kader bood. Pijnpunten bespreken was daardoor minder risicovol. Juist omdat ik zo scherp naar de feitelijkheden heb gekeken en alles respectvol heb beschreven, hielden we een open gesprek. De zorgprofessionals voelden meteen de erkenning die ze misten.
Al met al ben ik verbaasd hoe snel je tot de kern komt als je werkt met de organisatiedynamieken. Dit traject was heel intensief, maar we hebben zaken wel snel helder gekregen samen met betrokkenen. Door de wanhoop over het onbegrepen gedrag naast de zomervakantie leefde er ook in de organisatie een gevoel van urgentie. En die urgentie heb je echt nodig; het is de sleutel tot de broodnodige verandering.”
Tekst: Muriël Kleisterlee